Scroll Top

VLEERMUIZEN: Love is in the Air

Love is in the air

In vleermuizenland is de kraamperiode inmiddels achter de rug. Vanwege het nogal grillige en extreme temperatuurverloop in het voorjaar merkten we dit seizoen wat meer spreiding in de lengte van de kraamtijd. Maar inmiddels is de paartijd aangebroken. De mannetjes, die tijdens de kraamtijd lekker konden niksnutten, hebben het nu druk.

De hormoontjes zorgen voor focus: Er moet gepaard worden, en liefst met zoveel mogelijk vrouwtjes. Dit kost een hoop energie, want de concurrentie zit uiteraard ook niet stil. Het is de kunst om een strategische plek te kiezen en hard te kunnen roepen zodat de vrouwtjes gelokt worden tot de “harem”.
Deze schrille kreetjes zijn trouwens voor mensen ook hoorbaar. Een geliefde plek is achter ouderwetse luiken van ramen, bij voorkeur op de zonzijde. Lekker warm en veilig, maar voor de dieren goed toegankelijk.
De gemeente Hof van Twente beschikt dankzij de vele landgoederen zoals Twickel over zeer veel van die luiken; de vleermuizen zijn er blij mee.

Parende Watervleermuizen (Myotis Daubentonii)

Paren betekent trouwens nog niet meteen zwangerschap. Dat zou voor het vrouwtje, met de maandenlange winterslaap in aantocht, een veel te zware wissel trekken op haar reserves. Die heeft ze veel te hard nodig om zonder voedsel heelhuids de winter door te komen. Daarom slaat ze het sperma tijdelijk op in een speciale klier, gescheiden van de eicel. Pas in het voorjaar, als er weer voldoende voedsel beschikbaar is, laat ze de bevruchting plaatsvinden. Ook dit is weer zo’n eigenschap die vleermuizen bijzonder maakt.

In het najaar kunnen we tussen zonsondergang en –opgang nog een ander fenomeen waarnemen, dat we “zwermen” noemen. Groepen vleermuizen vliegen bij specifieke objecten, met name bij gebouwen, af en aan en lijken daar doelloos rondjes te vliegen en de gevel even aan te tikken, om meteen weer weg te vliegen. Soms verdwijnen de dieren kortstondig in een spleet in de gevel om direct daarna alweer te verschijnen. Dit lijkt allemaal erg zinloos en ongecoördineerd, maar niets is minder waar. Dit zijn de ouderdieren die de nieuwgeboren jongen van dit jaar de weg wijzen naar de voor hun nog onbekende winterslaapplaatsen. Deze plekken moeten ze op tijd leren kennen voordat de vorst invalt. Dit is het laatste wat de jongen nog van hun ouders leren; als ze volgend voorjaar na de winterslaap wakker worden staan ze helemaal op eigen benen.

Volgende keer iets meer over de langste fase in een vleermuisjaar: de winterslaap zelf.

Gerelateerde berichten