Tekst en foto’s: Han Brinkcate.
Herfst, een jaargetijde vol spannende dingen in de natuur. Er is nu van alles waar te nemen. Een tijd om niet met de neus omhoog te lopen maar met de neus naar beneden. Nu even geen aandacht voor de vogels maar voor de wondere wereld van de paddenstoel.
Op het landgoed Twickel heb ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw al 356 verschillende soorten paddenstoelen aangetroffen. In alle gevallen paddenstoelen die je met het blote oog kunt waarnemen. Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van de onderaardse plant mycelium. De soorten en vormen van deze vruchtlichamen zijn zeer opmerkelijk, Paddenstoelen zijn de graadmeter van de kwaliteit van een bos. Veel paddenstoelen geeft een goede biodiversiteit in een bos aan. Bij een beetje warm vochtig weer vinden er vaak explosies van paddenstoelen plaats en kan in één keer een bosgebied helemaal vol met paddenstoelen staan. Geniet er lekker van, maar verniel ze niet zodat ook andere bezoekers kunnen genieten van de vele bijzondere soorten.
Gaan we eens kijken naar de gekraagde aardster. Dit is een zogenaamde buikzwam. De tentakels die in het bolletje groeien zijn de sporen waarmee paddenstoelen zich uiteindelijk vermenigvuldigen. Zodra deze paddenstoel rijp is knapt de bovenkant van het bolletje open en worden duizenden sporen de lucht ingeblazen. Slechts een enkeling daarvan komt op een goede plek terecht en zorgt voor een nieuwe gekraagde aardster. Gekraagde aardsterren zijn op het landgoed Twickel uiterst zeldzaam. Mocht je er ooit een tegenkomen, bekijk hem dan met liefde maar kom er niet aan. Laat ze gewoon lekker staan. Deze gekraagde aardster is een zogenaamde saprofyt (leven op afval). Deze nemen organische stoffen op uit dode andere organismen en werken zo mee aan de afbraak van dood hout en afgevallen bladeren zodat de bomen en planten deze weer als voeding kunnen opnemen.
Heel anders ziet de witte kluifjeszwam eruit. Deze heeft een witte zeer diep gegroefde steel met bovenop een soort van uitstaande lobben die bruinig gekleurd zijn. Ook deze soort komt op het landgoed slechts sporadisch voor. Bij deze soort groeien de sporen op de uiteinden van de lobben, Deze soorten bezitten lang niet zoveel sporen als de buikzwammen. Ook deze witte kluifjeszwam mag er best wezen en is ook een zogenaamde saprofyt.
Nog een hele mooie soort is de geschubde inktzwam. Deze kun je veelal vinden in bermen en overhoekjes met gras. Een aparte soort in zijn doen en laten. Eerst komt er een witgrijs gerimpeld iets uit de grond waar je echt nog geen paddenstoel van kunt maken. Dit gerimpelde ding groeit redelijk snel en na een dag lijkt het op een paddenstoel met een hoed. Op een bepaald moment breekt de hoed los van de steel een spreid zich een beetje. Op de plek aan de steel waar dit plaats vindt blijft een ring achter. Nu gebeurt er iets heel merkwaardigs, de hoed versmelt langzaam in een inktvormige substantie waarin zich de sporen bevinden. Deze worden niet met de wind verspreid maar vallen door het versmelten van de hoed gewoon op de grond. Zodra deze sporen zijn gevallen, duurt het niet lang meer of de geschubde inktzwam is in zijn geheel verdwenen. Deze geschubde inktzwam kun je al vroeg in de nazomer tegenkomen.