DE STEENUIL – LITTLE OWL – ATHENE NOCTUA

Hofvogels steenuil

De uil was het symbool voor wijsheid en nog steeds wordt de uil als toonbeeld van wijsheid gebruikt.

Maar, net als voorheen, worden ze ook nu geassocieerd met duistere krachten. Dus de uil staat symbool voor zowel wijsheid als wel voor onheil.Roept zowel overdag als ‘s nachts een mauwend (wordt ook wel ‘katuil’ genoemd) ‘kiew’ ‘kiew’ wat zich met enige fantasie laat vertalen als ‘kom mee’, ‘kom mee’. Vroeger ontleende men hieraan het bijgeloof dat de steenuil de verkondiger van de dood aan de zieken was.

De godin Athene en de steenuil

Veel meer in aanzien stond de steenuil in de Griekse Oudheid. In die tijd is de steenuil verbonden met de godin Athene, de dochter van oppergod Zeus. Vandaar ook de wetenschappelijke naam: Athene noctua. Zij, de godin van de wijsheid, de kunsten en de wetenschappen is beschermvrouwe van de gelijknamige stad. Logisch dat de steenuil het symbool van deze godin is geworden. Steenuilen nestelden namelijk veelvuldig tussen de rotsen van de Akropolis, de thuisbasis van de godin. Een goede keuze van de godin! Elke nacht trokken de steenuilen rond in de omgeving; de volgende dag vertelden zij Athene alle nieuwtjes……

 

Soortenkenmerken
De steenuil is het kleinste uiltje van Nederland. Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij te vinden is in de buurt van bebouwing (steen). Hij is 21-23 cm groot, vergelijkbaar met een merel of zanglijster. Daardoor zie je deze uil makkelijk over het hoofd. De steenuil heeft een kenmerkende platte kop. Met zijn kleine felgele ogen kan hij je indringend aankijken, daarbij lijken zijn witte wenkbrauwen te fronsen. Dit geeft hem een streng uiterlijk. Zijn verenkleed is bruin met wit gevlekt. Zit veel op palen en daken en wipt en buigt bij onraad. Ook overdag kan men hem gewoon zien zitten. Niet zelden met een groep verontruste luid kwetterende zangvogeltjes om hem heen die hem snel vervelen en doen zoeken maar een andere rustplaats.

Geslachtsverschillen

Mannetjes en vrouwtjes zijn niet van elkaar te onderscheiden. Als je een paartje ziet is de grootste het vrouwtje.

Broedvlek

Bij steenuilen wordt allen door het vrouwtje gebroed. Aangestuurd door de hormonen ontwikkelt zich op de buik van het wijfje een zogeheten ‘broedvlek’: door het uitvallen van buikveren en –dons ontstaat en kaal stukje huid op de buik dat rijk is aan bloedvaten, zodat lichaamswarmte optimaal wordt doorgegeven aan de eieren.

Biotoop 

De Steenuil is een vogel van het halfopen agrarische landschap met houtwallen en een korte vegetatie. Ook parkachtige landschappen en oude hoogstamvruchtbomen zijn erg geschikt voor de Steenuil. Maar ook bij boerderijen, aan de rand van dorpen en langs landwegen kan hij voorkomen, als er maar rustige hoekjes zijn, zoals oude schuren en holle bomen. In Noord Nederland broedde de Steenuil ook in de uitgestrekte akker- en weidegebieden in het noorden en westen, waar plaatselijk kleinschalige elementen rond de broedplaats voorkwamen. Het territorium van de Steenuil is meestal klein. Het jachtgebied kan sterk variëren in grootte (2-100 ha) en is afhankelijk van het voedselaanbod en de aanwezigheid van een geschikte nestplaats.

Voedsel

De steenuil is een voedselopportunist: hij heeft een breed voedselpakket en kan zich goed aanpassen aan de locale voedselsituatie. Op het menu staan kleine zoogdieren (vooral Veldmuis), vogels, amfibieën, reptielen, insecten, wormen, slakken en zelfs aas. Regenwormen en insecten vormen met 75% het hoogste aandeel van het voedsel van de Steenuil. In de winter worden vooral muizen gevangen. De onverteerbare delen zoals botjes en haren worden uitgespuugd in de vorm van een braakbal. De braakbal van de steenuil herken je aan de typische zwarte keverschildjes op de braakbal. De braakballen van de steenuil zijn smal (32 x 13 mm).

Jachtwijze

De Steenuil jaagt grotendeels in de schemering en ‘s nachts. Zomers, vooral tijdens de broedperiode, wordt overdag ook gejaagd. De jaagmethode hangt af van het soort biotoop. Op plaatsen waar de vegetatie kort is, wordt lopend, huppend en soms rennend gejaagd op insecten en wormen. Veelal jaagt de steenuil vanaf vaste uitkijkposten, zoals paaltjes en overhangende takken. Af en toe wordt in lage vlucht, zwevend of biddend gejaagd.

Broedbiologie

Tegen het einde van het eerste levensjaar is de steenuil geslachtsrijp. Ze gaan dan op zoek naar een geschikt territorium en een partner. De balts is te horen vanaf eind januari tot de tijd dat het eerste ei is gelegd (april). Het mannetje laat zich dan horen vanaf een vaste uitkijkpost. Met tussenpozen van een aantal seconden klinkt dan een langgerekt “kuuup”. Steenuilen zijn wat betreft de keuze van nestplaatsen niet kieskeurig. Als holenbroeder maken ze gebruik van zowel natuurlijke als kunstmatige nestplaatsen. Als natuurlijke nestplaatsen worden boomholten van knotbomen, oude loofbomen (vooral eik) en hoogstamfruitbomen gebruikt. Het aantal geschikte boomholten is schaars. Gebouwen (meest boerderijen), schuurtjes en hokken bieden een goede nestgelegenheid aan de steenuil. Bij gebrek aan natuurlijke nestplaatsen kunnen nestkasten een goed alternatief zijn. Steenuilen zijn niet erg kieskeurig. Dat wil echter niet zeggen dat nestkasten niet aan een aantal eisen zouden moeten voldoen. De belangrijkste eisen zijn:

–       voldoende nestruimte;

–       goed ventilatie;

–       voorkom inwateren bij regen met harde wind;

–       duurzaam;

–       uitloopmogelijkheid voor de jongen;

–       gemakkelijk toegankelijk en te openen;

–       geen toegang voor predatoren zoals steenmarters.

In april of mei worden gewoonlijk 3-5 eieren gelegd. Gedurende de broedtijd van 24-28 dagen wordt het wijfje meestal door het mannetje van voedsel voorzien. Pas uitgekomen jongen zijn bedekt met een kort, wit donskleed en wegen slechts 12 gram.. Met drie weken bedekt een tweede donskleed het hele lichaam, uitgezonderd de buik, die kaal blijft. Als ze 12 dagen oud zijn lopen de jongen al korte afstanden. Op zijn vroegst verlaten de jonge steenuilen regelmatig de nestplaats als ze 22-24 dagen oud zijn. Na 40 dagen verlaten ze voorgoed het nest, terwijl ze nog niet vliegvlug zijn. Na een week kunnen ze vliegen en worden nog gedurende 5 weken door de ouders van voedsel voorzien. Ongeveer 70% van de jongen vestigt zich op minder dan 10 km afstand van hun geboorteplaats.

Geluid

Het geluid van de steenuil is al net zo kenmerkend als het uiltje zelf. Met veel verve verdedigt het mannetje opgewonden zijn territorium bij gevaar. Hij produceert een schelle alarmroep en in opperste staat van alertheid wipt hij op en neer. Daarnaast heeft hij ook een territoriumroep, deze is langgerekter en melancholischer. Daarmee maakt hij zich bij zijn soortgenoten bekend als vaste bewoner van een territorium dat voldoet aan de belangrijkste eisen van de steenuil aan de leefomgeving:

– een geschikte nestplaats
– aanbod van voldoende prooidieren
– aanwezigheid van voldoende beschutting.

Het vrouwtje heeft zelfs contact met haar jongen, vlak voordat deze uit het ei kruipen.

Vliegbeeld

Het vliegbeeld wordt gekenmerkt door een snelle, lage, golvende vlucht waarbij de brede, afgeronde vleugels goed zichtbaar zijn. Met wat geluk kunt u steenuilen ook overdag waarnemen. Vaak zijn ze in de vroege ochtend en tegen het vallen van de avond actief, vooral als er hongerige jongen te voeden zijn. Bij zonnig weer zitten ze overdag geregeld op hun favoriete, tegen de wind beschutte zitplekje wat te doezelen. Ze blijven echter altijd alert. Bij mogelijk gevaar verdwijnen ze in de nestholte of een andere veilige plek.


Levensverwachting

De gemiddelde levensverwachting van een steenuil is 2,3 à 2,8 jaar. Dat is gerekend vanaf het moment dat ze geslachtsrijp zijn geworden, Jonge steenuilen komen al in het eerste jaar na hun geboorte tot broeden.

Van de jong geboren steenuilen overleeft slechts circa 25% het 1e levensjaar. Doodsoorzaken zijn niet alleen het verkeer of andere roofdieren die de steenuil als prooi zien. Het gebeurt nog steeds te vaak dat de steenuil verdrinkt in een drinkbak voor vee. Dit is heel eenvoudig te voorkomen door er een zware balk of iets in die geest in te leggen, en wel zo dat deze balk voor een deel nog over de rand uitsteekt. Zo kan de steenuil er nog uitklimmen, iets wat zonder die balk nooit gaat lukken.

Om de populatie van de steenuil in Nederland op peil te houden moet de aanwas aan jonge vogels de (natuurlijke) sterfte van volwassen vogels compenseren. Onderzoek heeft uitgewezen dat de populatieontwikkeling niet negatief wordt beïnvloed door een toegenomen sterfte van volwassen steenuilen. Wel zijn er aanwijzingen dat de aanwas achterblijft. De overleving van eerstejaars vogels lijkt de laatste decennia te zijn afgenomen, een nog wel nader te onderzoeken fenomeen. Als meest waarschijnlijke oorzaak wordt gedacht aan een over het algemeen qua aantal, variatie en biomassa geringer prooiaanbod in de jongenperiode. Ook mogelijk toegenomen predatie zou een rol kunnen spelen.
De rol van predatie is de laatste tijd meer in de belangstelling gekomen.

Overige weetjes van de uil

  • Uilen werden gevangen en ingezet voor de jacht op grotere vogels.
  • Het hart van een uil leggen op de linkerborst van een slapende jonge vrouw ontsluierde al haar diepste geheimen.
  • Een uil aan de schuur vastnagelen hield de bliksem op afstand.
  • Een kind dat een ei van een uil at, zou nooit een zuiplap worden.
  • Sommige delen van de uil en ook de eieren werden gebruikt voor het vervaardigen van liefdes drankjes, verjonging drankjes en hoestdrankjes.
  • De poten van de uil dienden als bescherming tegen slangenbeten.

Bedreigingen

Bij de steenuil lijkt zich dezelfde teruggang in talrijkheid te voltrekken als eerder bij de kerkuil heeft plaatsgevonden.

De oorzaken zijn echter complex. In de loop van de twintigste eeuw zijn door intensivering van de landbouw veel kleinschalige agrarische cultuurlandschappen aangetast of verdwenen. Het gevolg is een verlies van veel geschikte broedlocaties en een verarming van de prooidieren. Samen met een aantal andere bedreigingen, zoals het verdwijnen van geschikte nestplaatsen, het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het verkeer, zijn de leefomstandigheden voor de Steenuil verslechterd. Door de sterke achteruitgang en het geringe aantal broedparen zijn er nog slechts een paar “versnipperde” rest-populaties overgebleven. De toegenomen afstand tussen deze populaties is nadelig voor de voortplantingsmogelijkheden met soortgenoten. De nog overgebleven steenuilen verkeren in een weinig rooskleurige situatie.

Gebrek aan voedsel

Ten eerste is het voor de steenuil moeilijk om genoeg eten te vinden. Muizenkorrels die we neerleggen om van muizen af te komen, vergiftigen de muizen. En de uil krijgt vergiftigde muizen te eten. Het gebruik van kunstmest verjaagt bovendien de grote insecten, een andere lekkernij voor de steenuil. En de houten uitkijkpaaltjes waarop de steenuil zó graag zit om zijn prooi te begluren, verdwijnen langzaam.

Minder nestplaatsen

Een tweede punt is dat het voor de steenuil moeilijk is een fijne nestplaats te vinden. De hoge knotwilg maakte plaats voor laagstamfruitteelt en oude vervallen schuurtjes gingen tegen de vlakte om onze landerijen netjes te krijgen.

Natuurlijk vijanden

De steenuil heeft veel natuurlijke vijanden, nl. de havik, sperwer grijpen hem, als ze de kans krijgen. Als een steenmarter hem in zijn schuilplaats ontdekt, neemt de marter het nest in beslag. Een steenuil die onverhoopt in de buurt van bosuilen nestelt, heeft in de regel zijn doodsbed gespreid. En dan heb je de wezel die zijn eieren steelt. En de kraaien, eksters en gaaien niet te vergeten. Daarnaast  zorgen ook  katten, honden elk jaar voor dode jonge en volwassen steenuilen

Bestrijdingsmiddelen

In de jaren ’60 van de vorige eeuw was er een grote sterfte onder de roofvogels, waaronder de steenuil, door gebruik van bestrijdingsmiddelen. De gifstoffen hoopten zich op in de voedselketen van de steenuil, waardoor de populatie enorm onder druk kwam te staan.

Overige gevaren

Daarnaast loeren er steeds meer gevaren. Zo komen er steeds vaker steenuilen om in het verkeer. Want voor de laagvliegende steenuil is de auto een grote bedreiging. Ook verdrinken veel van deze roofvogels in onafgeschermde waterputten, emmers en andere open waterreservoirs..

Bescherming van de steenuil

Ook binnen de Hof van Twente is er de nodige aandacht voor bescherming van de steenuil. Er is een beschermingplan opgesteld onder de naam: ‘Hof voor de Steenuil’, beschermingsplan voor de steenuil 2016 – 2020.

Hierin wordt beschreven hoe de Stichting de komende vier jaar, samen met andere partijen, het kernteam, wil investeren in het behoud van de steenuil.

Dit kernteam bestaat uit IVN Diepenheim en IVN Markelo, de Stichting Hofvogels, basisschool Heeckeren, Landschap Overijssel, enkele betrokken bewoners en de gemeente.

Het beschermen van het typische kleinschalige landschap van Hof van Twente en daarmee de steenuil is een taak van iedereen. Het kernteam ziet het dan ook als een belangrijke taak om de waarde van een levendig landschap en de rol van de steenuil hierin veelvuldig te communiceren. Startende bij de basisscholen in de gemeente door het vormgeven van een lespakket. Want betrek je kinderen, dan betrek je hun ouders, vrienden en buren. Ook worden specifieke acties gericht op grondeigenaren, want zij kunnen met relatief kleine maatregelen veel betekenen voor de steenuil. Maar er worden ook acties georganiseerd die gericht zijn op álle inwoners van de Hof. Acties om aan mee te doen, denk aan het timmeren van nestkasten of het monitoren van steenuilen, maar ook acties om de steenuil zichtbaar te maken in het landschap, denk aan het zichtbaar markeren van leefgebieden van de steenuil. Maar ook het bedrijfsleven kan niet achterwege blijven. Met het financieren van publieksacties of specifieke maatregelen voor de steenuil zoals het planten van fruitbomen, geeft het bedrijfsleven invulling aan hun verantwoordelijkheid op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Met al deze acties hoopt het kernteam een energie op te wekken die mensen stimuleert, maar die mensen ook inspireert om zelf maatregelen te nemen voor de steenuil of acties aan te jagen. En samen werken we dan aan een evenwichtige leefomgeving voor de steenuil met als resultaat dat het aantal steenuilen toeneemt in de gemeente Hof van Twente. Maar zo werken we ook samen aan een waardevollere leefomgeving voor onszelf, om in te wonen, werken en recreëren.

“ is het landschap geschikt voor de steenuil, dan is het landschap geschikt voor heel veel planten en dieren”.

Bronnen:

  • Waarneming.nl
  • STONE; steenuilenoverleg Nederland
  • Handleiding broedbiologisch onderzoek Steenuil; STONE
  • Vivara.nl