Door en met Miriam Bak en Ruud de Koning; Vrijwilligers van de Stichting Hofvogels
De zomer loopt op zijn einde en de tropische dagen zijn nu toch echt voorbij. Mooie tijd om te beginnen met onze najaarswerkzaamheden, het schoonmaken van de nestkasten van de steenuil en de kerkuil. We beginnen op de 3e zaterdag van augustus met die kastadressen waar een spreeuw of ander beest in één van de door ons uitgezette steenuilenkasten heeft gezeten. Hierbij treffen we onder andere een nestkast aan met 5 koude spreeuweneitjes. Bij de eerste controle van het broedseizoen troffen we hier inderdaad een broedende spreeuw aan. Kan zijn dat dit het eerste broedsel was dat mislukt is. Aannemelijker is het dat dit een tweede broedsel van de spreeuw is geweest en dat dit broedsel door omstandigheden (hitte) is mislukt. We kunnen het niet achterhalen. We verwijderen het oude nest met de koude eitjes en voorzien de nestkast van een verse laag houtstrooisel, zodat deze weer klaar is voor het volgende broedseizoen. Ook bezoeken we een paar adressen waar het afgelopen broedseizoen positief gebroed is. Bij dit soort (na) controles kunnen we zien of alle jongen levend de kast hebben verlaten, wat tijdens de controles wordt bevestigd. Ook deze nestkasten worden voorzien van wat vers bodem materiaal.
Dan komen we bij een adres waar een aantal jaar succesvol werd gebroed door een paartje steenuilen. Dit jaar bleek echter dat één van de adulte steenuilen was verdwenen en troffen we bij de voorjaarscontrole enkel een broedende spreeuw aan. Ook hier wilden we deze kast schoonmaken in de hoop dat een nieuw koppeltje steenuilen volgend jaar de nestkast als broedplaats zou gaan gebruiken en weer voor nageslacht zou gaan zorgen. Echter bij het optillen van het deksel wachtte ons een grote verrassing. In de nestkast troffen we twee niet geringde steenuilen aan. Gelukkig was de ringkoffer mee en met wat improvisatie lukte het ons de beide uiltjes ter plaatse van een ring te voorzien, te wegen en te meten.
Restte vele onbeantwoorde vragen als: ‘Zou dit nu al een nieuw koppeltje steenuilen zijn en waar is het spreeuwennest gebleven? Of zou het kunnen dat de overgebleven adulte steenuil alsnog een nieuwe liefde heeft gevonden, kort nadat wij de eerste controle hadden gedaan? En of zijn dit twee jongen van een nieuw koppeltje steenuilen? Ze leken ons nog wel jong. Ook dit weten we nog niet. In februari/maart komen we terug voor het RAS project en dan kijken we of er een broedpaar in de kast aanwezig is. Mochten de beide steenuilen op dat moment thuis zijn dan krijgen we misschien iets meer te weten over de achtergrond van de beide uiltjes mede aan de hand van de ringgegevens. Niet alleen een mooie verassing en afsluiting van onze schoonmaakdag. Maar ook dat de uiltjes nog niet al hun geheimen prijs hebben gegeven. Zo blijft het spannend.