Tekst en Foto’s:  Familie Glerum

Sinds 1995 wonen we in een voormalige boerderij te Deldenerbroek. Onze eerste kennismaking met de uilen op het erf bestond voornamelijk uit het vinden van braakballen en mestplekken. We waren meteen blij met hun aanwezigheid, omdat al gauw bleek dat we een ware muizenplaag hadden.

 

In 1997, tijdens het vervangen van het dak, waren we in de gelegenheid om in de nok van het huis een kerkuilenkast te plaatsen. Meteen werd er gebruik van gemaakt van de kast, echter niet door een uil. De eerste bewoners waren duiven, spreeuwen en naar later bleek een stel Mandarijn eenden! Deze zagen we regelmatig in de wei, op dak of op een paal. Op een avond, na

 

 

een heftige schermutseling, bleek een kerkuil zijn intrek in de kast te hebben genomen. Later bij controle van de kast bleken er 10 eendeneieren te liggen… De kerkuil had ze keurig aan de kant geschoven.

Inmiddels had Bé v.d Wal v.d uilenwerkgroep ook een steenuilenkast geplaatst in de boom naast het huis. Daar konden we al snel een paartje steenuilen verwelkomen. Tot op de dag van vandaag zijn de meeste jaren succesvol. Ieder jaar worden de kerk- en steenuilen geringd en kunnen we rekenen op veel belangstelling. We verwelkomen de mensen graag en zeker ringer Henri Bouwmeester geeft met plezier tekst en uitleg. Het is iedere keer weer een bijzonder gebeuren; hoeveel kuikens zullen er d

 

it jaar zijn? De terugkoppeling via de ringnummers over gevonden uilen die van ons erf afkomstig zijn, laat zien dat ze ver weg kunnen trekken en ook best oud kunnen worden.

In de jaren dat het minder goed ging was er vaak wel een aanwijsbare reden. Uiteraard te weinig voedselaanbod, maar ook het saneren van boerderijen in de omgeving, lange periodes van regen of sneeuw hebben invloed op de levensomstandigheden van de uilen. We proberen de uilen door die periodes heen te helpen, door dagelijks graan te strooien in een van de schuren op het erf. We zien dat er dankbaar gebruik van wordt gemaakt. Overdag komen er vogels op af waar de steenuil –in geval van nood- dankbaar gebruik van maakt, ’s nachts gevolgd door de muizen voor de kerkuilen.

Het is voorgekomen dat een eekhoorn het nest van de steenuil had gekraakt. De uil was uitgeweken naar een boom bij de buren. Op de dag dat we de eekhoorn haar jongen één voor één naar beneden zagen loodsen kwam de steenuil per direct terug om aan zijn nest te beginnen! Het was dat jaar wat later dan anders, maar wederom succesvol.

Vrijwel dagelijks zien of horen we de uilen. ’s Nachts, aan de geluiden te horen, vergezelt van bos- of ransuilen. We kunnen gerust stellen dat we inmiddels verknocht zijn geraakt aan onze uilenfamilies en dat is kennelijk wederzijds. Bij het realiseren van een aanbouw waren de uilen de eersten die er gebruik van maakten. Ze vlogen vrijwel meteen naar binnen door de nog openstaande deuren.

Ondanks het succesverhaal van de uilen op ons erf beseffen we maar al te goed dat voorlichting zeer  noodzakelijk is. Het voorkomen van gebruik van gif, het aanpassen van beplanting, het in stand houden van rommelbosjes… Het doet allemaal mee. Ook in onze omgeving is recent het e.e.a. gekapt en opgeruimd aan rommelbosjes. Juist op die plaatsen hoorden we jaarlijks de wielewaal, wat nachtegalen en konden we 5 ransuilen op rij spotten. Tegelijk was er de aanleg van het aaneengesloten natuurgebied van 80 ha., in deze omgeving. Dat draagt er hopelijk aan bij dat de vele uilen in dit gebied nog lang deel uit zullen maken van ons aller leefomgeving. Waarbij ik natuurlijk de werkzaamheden van de Uilenwerkgroep door de jaren heen niet onvermeld wil laten! Waarvoor dank…