Het belang van overhoekjes / rommelhoekjes voor bedreigde plant- en diersoorten
Dier- en plantsoorten dreigen te verdwijnen als gevolg van het biodiversiteitsprobleem. Met kleine ingrepen kunnen erfbewoners een kleine, maar belangrijke bijdrage leveren aan het herstel daarvan. Ingrepen, waardoor ideale biotopen ontstaan voor insecten, amfibieën en broedvogels. Het gaat in deze om het in stand houden of creëren van begroeide overhoekjes of rommelhoekjes, al dan niet met oude schuurtjes en opslag van allerhande (bouw)materialen. Een omgeving waardoor niet alleen in de zomer en winter een beter voedselaanbod ontstaat voor vogels. Maar ook een ideale schuil- en broedplaats voor vele (weide)vogelsoorten en een verbeterde overlevingskans voor de pasgeboren kuikens. Een erfbewoners attendeerde ons (Stichting Hofvogels) op de volgende gebeurtenis, waaruit het belang van dergelijke rommelhoekjes bleek.
Op 8 juni jl zag hij onder een boom op zijn erf, waar een nestkast voor steenuilen hangt, een jonge steenuil in het gras liggen. Het jong van circa twee weken oud kon duidelijk niet vliegen en werd door hem teruggezet in de nestkast, waarin nog twee kuikens zaten. De volgende dag werden de drie kuikens geringd door één van de ringers van de Stichting Hofvogels. Daarbij bleek, dat de twee in de nestkast aangetroffen kuikens duidelijk sterker waren dan het jong dat de dag daarvoor onder de boom lag. Deze zag er wat zielig uit, viel steeds om en leek het niet te gaan halen. Alle drie de kuikens zagen er trouwens nat en vies uit, ondanks dat de nestkast er solide en waterdicht uitzag. De erfbewoner vertelde dat de jongen meestal werden gevoerd met regenwormen in plaats van met insecten, wat de natte toestand van de kuikens verklaarde. Steenuilen eten zo’n beetje alles wat voorhanden is. Meestal insecten, maar bij een gebrek daarvan ook regenwormen, amfibieën, muizen en een vogeltje.
Een paar dagen later trof de erfbewoners het zelfde jong weer in het gras aan dat vergeefs via de stam van de boom weer in de nestkast probeerde te klimmen. De twee overige kuikens waren in de tussentijd al uitgevlogen. Kort daarop zag de erfbewoner één van de ouderparen met insecten in de bek een greppel in de buurt van de boom induiken. En ja hoor. Daar zat het jonge uiltje, dat meteen wegkroop onder de takken en ruigte in die greppel. Een opzettelijk door de erfbewoner gecreëerde rommelhoek. Een rommelhoek die een goede schuilplek bleek te zijn voor het jonge uitgevlogen steenuiltje. Niet alleen een veilige schuilplek, maar ook een geschikte broed-/ verblijfplaats voor een patrijzenpaartje met 10 jongen die ook gebruikt maakten van de rommelhoek en waarschijnlijk op het betreffende erf hadden gebroed.
Ruigtehoekjes of rommelhoekjes zijn, ondanks hun belang voor de diversiteit, in de loop van jaren veelal verdwenen. Daarbij verdwenen niet alleen ideale schuil- en broedplaatsen voor meerdere vogel- en diersoorten. Maar ook ideale biotopen met bloemen, kruiden en planten nodig voor vlinders, bijen en andere insectensoorten. Weer belangrijk voor allerhande vogelsoorten die weer fungeren als natuurlijke vijanden van allerhande plaagdieren enzovoorts. Het rommelhoekje of ruigtehoekje neemt dan ook altijd een belangrijke plaats in bij de erfadviezen die de Stichting geeft aan erfbewoners die iets willen doen aan biodiversiteit.