Scroll Top

Uilen hadden het dit jaar zwaar door tekort aan muizen

2022 was een slecht jaar voor de verschillende soorten uilen in de Hof van Twente. Belangrijkste oorzaak was een tekort aan muizen. De muizenstand was laag, doordat er vorig jaar zeer weinig eikels en beukennootjes waren en het weer dit jaar zeer wisselend en soms extreem was met natte of juist droge, zeer warme perioden. Bosuil en kerkuil hadden het heel zwaar, de steenuil wist zich beter staande te houden omdat deze vogel ook andere voedselbronnen benut.

De tegenvallende broedresultaten bij de bosuilen, de eerste soort die al vroeg in het voorjaar broedt, deed al vermoeden dat er een tekort aan muizen was. In 54 nestkasten werd slechts 7 keer succesvol gebroed. Nestkasten waar jaren achtereen jongen uitvlogen bleven dit jaar leeg. Dit deed zich niet alleen in de Hof van Twente voor, maar ook regionaal en landelijk.

Bij de controles van de nestkasten voor steenuilen in april werd het tekort aan veld- en bosmuizen bevestigd. Deze muizensoorten dienen normaal als stapelvoedsel voor de jonge steenuiltjes en worden in muizenrijke jaren in grote hoeveelheden aangetroffen in de nestkasten.  Dit jaar lagen er zeer sporadisch muizenprooien in de kasten. Uit camerabeelden en waarnemingen van kasthouders bleek dat de steenuilen zich vooral tegoed deden aan kleine zangvogels, meikevers en regenwormen. Zo compenseerden ze het tekort aan muizen.

Ondanks deze alternatieve prooien was er waarschijnlijk toch een voedseltekort gezien de uiteindelijke broedresultaten van deze uilen. Het aantal steenuilpaartjes was met 160 broedparen wel groter dan ooit: 42% van de kasten was bezet, terwijl dat in 2021 nog 33% was. Maar meerdere broedsels strandden al tijdens de broedperiode, waarbij slechts een enkel ei werd gelegd, eieren niet uitkwamen of het uilenpaar ineens vertrok naar meer voedselrijke streken. De succesvolle legsels waren met gemiddeld tussen de drie tot vier eieren wat aan de kleine kant. Het aantal uitgevlogen jongen per succesvol broedsel zakte enigszins ten opzichte van 2019. Het is bekend, dat bij een voldoende muizen er gemiddeld meer jongen worden geboren en uitvliegen.

Kerkuilen zijn gespecialiseerd in muizen en kunnen nauwelijks uitwijken naar alternatieve prooien. Gevreesd werd voor tegenvallende resultaten die helaas werden bevestigd. Slechts 11% van de nestkasten was bezet door een paartje. Het aantal broedparen zakte dit jaar van 31 in 2021 naar slechts 17 in 2022. Uiteindelijk vlogen er slechts 1,89 jongen per succesvol broedsel uit, veel lager dan de laatste jaren met 3,68 in 2021 en zelfs 4,42 in 2019. Te weinig aanwas is een somber teken aan de wand voor de populatie; deze kan, als dit meerdere jaren aanhoudt, steeds verder krimpen.

Waarom minder muizen

Muizenpopulaties pieken. Door te profiteren van gunstige weersomstandigheden en goede mastjaren kunnen muizenaantallen pieken. Bij tegenvallende omstandigheden hebben de muizen het echter moeilijk. Het gebrek aan eikels en beukennootjes in de herfst bij slechte mastjaren zijn een belangrijke overlevingsfactor voor de populatie naar het daarop volgende jaar. Ook weersomstandigheden in het voorjaar zijn van invloed. Door extreem natte periodes kunnen muizenholletjes in het voorjaar onderlopen met alle gevolgen voor de muizenbroedsels.

Investeren in biodiversiteit

Hofvogels investeert al meerdere jaren samen met erfbewoners in biodiversiteit middels het haar bekende project ‘natuurerf, opmaat voor biodiversiteit’. Steen- en kerkuil zijn indicatoren van een goede biodiversiteit met voldoende veilige en comfortabele broedplaatsen en voldoende aanbod van voedsel. Door met haar ervenaanpak te investeren in het intensief beheerde boerenland wil Hofvogels meer ideale leefomgevingen voor soorten creëren, wat ten goede komt aan de steen- en kerkuil en de vele meeliftende soorten die afhankelijk zijn van insecten en muizen. Immers zonder muizen geen uilen.

Gerelateerde berichten