Het broedseizoen van de kerkuilen zit er al weer een tijdje op en de broedresultaten waren dit jaar in de Hof van Twente teleurstellend. Van de 165 nestkasten bleken er uiteindelijk slechts 19 bezet te zijn door een broedpaartje. Ook nu bleek weer dat weersomstandigheden en een gebrek aan prooien van grote invloed waren op deze tegenvallende resultaten.

Daar broedparen van de kerkuil zeer storingsgevoelig zijn, gingen de vrijwilligers van Hofvogels pas eind mei, begin juni voor het eerst op pad om de nestkasten te controleren.  Deze 1e controles zijn vooral bedoeld om te kijken of nestkasten bezet zijn door een broedpaar en of er al gebroed wordt. Tijdens deze 1e ronde bleek al dat we tegenvallende resultaten tegemoet konden zien. In slechts 19 kasten werd een broedpaar aangetroffen. Deze 19 brachten uiteindelijk slechts 34 pullen voort, waarvan er 23 uiteindelijk voorzien van een ring uitvlogen. Niet alleen in de Hof van Twente, maar in de meeste regio’s in Nederland deed de kerkuil het ten opzichte van voorgaande jaren minder tot slecht. Voedselgebrek en slechte weersomstandigheden bleken ook dit jaar weer de boosdoener te zijn.

Onvoldoende voedsel?

Kijkend naar de weersomstandigheden in het voorjaar was de maand maart redelijk zonnig, maar volgde in april een periode van koude en hier en daar wat sneeuw. De tegenvallende broedresultaten onder de bosuilen eind april deden al vermoeden dat er een tekort aan muizen en insecten waren, wat werd bevestigd bij de steenuilen. Tijdens de begin mei bezochte steenuilenkasten troffen controleurs in enkele gevallen koude eieren aan, teken dat het steenuilenpaar gestopt was met broeden. Opvallend was dat er in de nestkasten nauwelijks dode muizen werden aangetroffen die het mannetje steenuil gewoonlijk met grote hoeveelheden vangt en zo een voedselvoorraad aanlegt voor het broedende vrouwtje en de eventueel geboren jongen. In plaats daarvan werden restanten van vogels en meikevers aangetroffen. Een teken aan de wand.

In de natuur hangt alles met elkaar samen

Kerkuilen zijn in tegenstelling tot steenuilen voor hun levensonderhoud vooral afhankelijk van veldmuizen, waaraan dit jaar een tekort was. De oorzaak moet gezocht worden in het feit dat 2021 geen goed mastjaar was. In goede mastjaren is er een overvloed aan eikels, beukennootjes waarvan meerdere diersoorten, waaronder muizen, afhankelijk zijn en profiteren. Als gevolg van slechte mastjaren sterven dan ook veel diersoorten, waaronder muizen, door gebrek aan voedsel al dan niet in combinatie met slechte weersomstandigheden. Dit heeft weer gevolgen voor soorten die die muizen op het menu hebben staan zoals de kerkuil, zoals we in 2022 hebben ervaren.

2022 goed mastjaar

De verwachting is dat we in 2023 weer een revival tegemoet kunnen zien van de kerkuil in de Hof van Twente. 2022 gaat de boeken in als een goed mastjaar. De bomen hangen vol vruchten en de bossen liggen vol met eikels en nootjes. Aan voldoende voedsel zal het niet liggen.