Schimmels zijn een belangrijke groep van organismen in de natuur. Gemiddeld is iedere plantensoort gebonden aan 6 tot 10 schimmelsoorten waarmee ze in meer of mindere mate samenleven. Dat geldt voor kruidachtige planten maar ook voor bomen. Schimmels zijn in staat om met behulp van enzymen organische stof af te breken dat dan de planten als voedsel dient. De fijnmazige schimmels leveren de planten ook vocht. De plantenwortels wisselen met de schimmeldraden energie uit. Er is maar een fractie bekend van de ingewikkelde processen die zich veelal onder de grond afspelen. Schimmels bestaan uit uiterst dunne draadachtige cellen (hyphea) die samen een complex netwerk vormen (mycelium). Een mycelium produceert onder gunstige omstandigheden een vruchtlichaam (bijvoorbeeld een paddenstoel) die de sporen voortbrengt. Deze vruchtlichamen wekken belangstelling van mensen. Omdat ze zo mooi zijn, of lekker om te ten bijvoorbeeld. Niet zo vreemd omdat paddenstoelen in staat zijn noodzakelijke aminozuren te maken die in een vegetarisch dieet vaak ontbreken.

 

 

Schimmels mogen niet ontbreken als er een samenhangende beschrijving van een ecosysteem wordt gegeven.  Het beschadigd raken van een ecosysteem kan dikwijls terug worden beredeneerd naar veranderingen in het milieu die de bodemchemie hebben beïnvloed. Voorbeelden zijn een overdaad van bepaalde elementen of een tekort aan vocht. Veel veranderingen in het milieu zijn in het vrij recente deel van de geschiedenis ontstaan, met name door dat de mensen fossiele energie zijn gaan benutten voor vervoer, productie en synthetische meststoffen. Schimmels zijn zeer gevoelig voor veranderingen in bodemchemie. In de natuur kan  je eenvoudig waarnemen hoezeer sommige planten lijden omdat hun vrienden de schimmels het laten afweten. Een wandeling in een gebied met veel oude bomen (bijvoorbeeld de dikke boom van Verwolde, Twickel) is genoeg om de slechte toestand ervan te bekijken. Ook  veel vegetatie veranderingen, en dus veranderingen in insectenaanbod, voer voor vogels, zijn te herleiden naar veranderen in de schimmel aanwezigheid.

Wijlen Han Brinkcate vertelde me ooit uitgebreid studie te hebben gedaan naar paddenstoelen in Twickel, het gebied dat hij als de broekzak kende. Zelfs bezat hij een manuscript voor een boek hierover. Bijvoorbeeld vond hij aparte soorten langs de Twickelervaart. Op sommige plekken bestaan de oevers hiervan uit opgeworpen grond met zeer aparte minerale samenstelling. Dit kon hij terugzien in de paddenstoelenflora. Elders is het vaak zoeken maar een ieder weet wel dat bijvoorbeeld Vliegenzwammen graag onder Berken groeien. Om schimmels in een gebied wat te beschermen moet men denken aan bodemrust, geen kunstmest en continuïteit in beheer. Dan is de basis voor een natuurlijk ecosysteem enigszins gelegd.

Door René de Wilde