Solitairen werden voor de schaduw aan de zuidwestzijde van de boerderij geplant, terwijl een walnoot aan de rand van een terras werd geplant als bescherming tegen vliegen. Solitaire bomen kunnen bij bepaalde soorten (zoals eik linde of acacia) zeer oud worden en uitgroeien tot monumentale bomen.
Een grotere waarde voor de biodiversiteit wordt behaald wanneer inheemse soorten als beuk, gewone es, zwarte els, zomereik, wilg worden toegepast. Bomen zijn daarnaast van groot belang voor het leefklimaat van een stedelijke omgeving (wegvangen fijnstof, verlagen temperatuur in de zomer).
Fauna
Naast het feit dat dergelijke bomen een bepaalde sierwaarde hebben, hebben ze ook een functionele ondersteuning voor de natuur. Zo zijn er bijvoorbeeld bomen die een grote verscheidenheid aan vogels aantrekken als bijvoorbeeld de Turkse tortel, kauw, spreeuw, koolmees, pimpelmees, merel, putter, grote bonte specht, ransuil, steenuil en boomkruiper. Daarnaast zijn dergelijke bomen ook een leefomgeving voor allerlei ongewervelde dieren als insecten en spinnen en breed uitgegroeide boomkruinen vormen ideale jachtplekken voor vleermuizen.
Vogelbomen/ bosjes
Veel vogels profiteren van een boom op het erf of in de tuin zoals merels, zanglijsters, huismussen, boomkruipers, boomklevers, mezen en soms zelfs de grote bonte specht. Bomen bieden uitzicht, voedsel, veiligheid en maken voortplanting mogelijk doordat er plek is voor nesten. Vogelbomen zou u ze kunnen noemen. Bomen waar vogels op af komen zijn in principe altijd vruchtdragende bomen, zoals de krentenboom, zoete kers, lijsterbes en vuilboom.
Knot- en leibomen
Als de voorgevel van de boerderij op het zuiden of op het westen staat, zie je vaak knotbomen of leibomen voor de gevel van de boerderij staan. Niet alleen mooi en statusverhogend, maar ook ideale zonneschermen in de zomer en beschermer van het huis tegen de koude in de winter. De linde is de bekendste knotboom, maar ook knotkastanjes, peren en essen lenen zich voor dit doel.
Bomen voor insecten
Wilgen zijn fantastische bijenbomen. Je kunt ze gebruiken als haag, als knotboom of als stevige opgaande boom. Ze groeien goed op natte moeilijke grond, waar veel andere bomen het laten afweten. Ze leveren – naargelang de soort – stuifmeel en nectar in februari, maart, april en mei en zijn daarmee het vroegste voedsel voor de bijen dat in voldoende mate beschikbaar komt.
Lindes bloeien in juni en juli, sommigen zelfs in augustus. Redelijk laat in het bloeiseizoen dus en daarmee een bijzonder nuttige boom voor bijen. De kleinbladige winterlinde en de grootbladige zomerlinde komen hier van nature voor, evenals een kruising tussen deze twee: de Hollandse linde.
Tamme kastanjes zijn geliefd bij bijensoorten wegens hun late bloei en bijzonder nuttig op een tijdstip dat er nog weinig andere bomen en struiken bloeien..
Acacia’s of Robinia’s komen van oorsprong uit Noord-Amerika, maar hier al lang ingeburgerd. Leveren een excellente honing op die vloeibaar blijft.
Vuilboom bloeit van mei tot en met september en trekt veel diersoorten aan. Wie deze plant in zijn tuin of op zijn erf heeft kan vanaf het vroege voorjaar tot het einde van de zomer geni-eten van verschillende vlinder- en bijensoorten die de bloempjes bezoeken die vol met nectar en stuifmeel zitten. Mocht dat alles nog niet genoeg zijn; de insecten en de bessen die van groen naar rood naar zwart verk¬leuren worden gretig gegeten door vogels.
Esdoorn: De biodiversiteit die met de gewone esdoorn geassocieerd wordt is groter dan deze van de linde, de es of de haagbeuk. Net zoals de zoete kers en linde is de esdoorn een belangrijke nectarbron in het voorjaar, maar de bloeiperiode situeert zich tussen deze van zoete kers en linde. Gewone esdoorn is daardoor een belangrijke drachtplant voor de honingbij. Daarnaast leven op esdoorns zeer veel bladluizen die zowel rechtstreeks als onrechtstreeks (honingdauw) een voedselbron vormen voor insecten.
voor meer info: Landschap Overijssel
natuurerf 2020 alle rechten voorbehouden