Tekst en foto’s: Arjan Grobben, kasthouder en natuurliefhebber
Als voormalig hovenier en medewerker landschap had ik altijd oog en belangstelling voor groen. Zeker genoot ik van die fluitende vogels ’s morgens, maar veel meer dan merel en mus kende ik niet. Bij het inrichten van ons erf heb ik gezocht naar streekeigen plantmateriaal en hoe krijg ik vogels in mijn tuin. Dat ging niet van vandaag op morgen, dat is een groeiproces. Keuze van plantmateriaal standplaats enzovoorts. Nu naar ruim twintig jaar kan ik gerust zeggen dat ik een natuurlijk erf heb. Groen en een grote variatie aan vogels. Precies wat ik wou.
Dat er meer is dan groen en vogels , daar ben ik afgelopen jaar achter gekomen. Om medische redenen (neurologische aandoening) ben ik afgelopen jaar volledig bij huis gekomen met de boodschap: probeer zoveel mogelijk te genieten van wat je hebt en kunt. Nou dat vond ik nogal een dooddoener, maar wou ook niet achter de spreekwoordelijk geraniums zitten. Een jaar eerder had ik aardigheid gekregen aan een nieuwe hobby, fotografie. Uren heb ik in de tuin doorgebracht om van alles en nog wat een foto te maken. Tja door te doen leer je. Het grote voordeel van digitale fotografie is de ‘delete’ knop. Heel veel foto’s gemaakt en heel veel weer verwijderd. Dit alles heeft geresulteerd in dat ik nu af en toe een mooi plaatje schiet.Mede door de fotografie ben ik heel anders tegen dingen aan gaan kijken en raak je erop gebrand iets ‘nieuws’ voor de lens te krijgen. De meeste bloemen en vogels uit de tuin had ik al vastgelegd, dacht ik. Maar ik ging steeds meer zien. Kreeg veel meer oog voor de seizoenen en wat dat met zich meebracht. Zoals afgelopen zomer de vlinders.
Ik kende de dagpauwoog en de atalanta, maar dan hield het toch wel echt op. Het was altijd zo dat ik ze wel zag vliegen maar nooit aandacht aan bestede. Door mijn ziek zijn ben ik op social media, met name Twitter en Instagram al redelijk actief en tref daar veel natuurliefhebbers aan. Wat zie ik daar veel aan vogels, bloemen, vlinders, insecten dat ik bij mezelf dacht: waarom zie ik dat niet in mijn tuin? Vanaf dat moment zie ik in onze eigen tuin steeds vaker dieren en beestjes die ik ook op social media zie. Tussen de mensen die ik ‘volg’, zitten er een paar die dagelijks foto’s van vlinders laten zien, met de bijbehorende namen.
Zo op een mooie zomerdag zie ik op de vlinderstruik enkele vlinders. Gauw de camera erbij en foto’s maken. Niet kijken naar de soort, eerst vastleggen. Maar vanuit mijn ooghoek zag ik een licht gekleurde ietwat grotere vlinder. Ik kijk en wist meteen dit is een bijzondere was. Die moest ik vastleggen anders gelooft geen mens me! Door de adrenaline kon ik de camera bijna niet stilhouden en dan vloog de vlinder weer op, gauw opnieuw scherp stellen en snel afdrukken en nog een keer en nog eens en nog eens. Er zal nu toch wel een duidelijke foto tussen zitten? De vlinder vloog weg dus ik moest het met de foto’s doen. Gauw checken.
En ja hoor, gelukt een heldere foto van de Koninginnenpage! Mijn geluk kon niet op. Wat geweldig! Gauw delen op twitter en instagram. Gaaf. En alsof het zo moest zijn, vanaf die dag tot nu ik dit schrijf, 21 oktober 2018, zijn er alle dagen vlinders te zien geweest in te tuin. Hoe bijzonder!
Naast soorten als Klein koolwitje, Eikenpage, Citroenvlinder, Bruin blauwtje, Distelvlinder, Kleine vos, Grote weerschijn en vele anderen had ik het geluk op nog een bijzondere soort in eigen tuin. In Frankrijk gewoon goed, steeds vaker ook hier en met enkele jaren ook hier een gewone soort. Maar nu nog bijzonder, nl. de Kolibrievlinder.
De mooi gekleurde, opvallende vlinders zijn vaak de dagvlinders. Door iemand van Twitter werd ik echter geattendeerd op de nachtvlinders. Als ik ’s avonds een vlinder onder de buitenlamp zie, is het voor mij gewoon een “mot”, niet wetende dat er zoveel soorten zijn.
Gaandeweg heb ik wat meer contact gekregen met die man van Twitter , welke woonachtig is in Goor. Om de Kolibrievlinder te fotograferen kwam hij bij me op het erf. Al pratende over fotografie, vlinders, vogels en alles daarom heen, vroeg hij of die eens een lichtbak in de tuin mocht zetten. En zo werd op een avond de lichtbak geïnstalleerd om de volgende morgen te zien wat de score was. Voor mij was alles nieuw wat in de bak zat, hoor van de eigenaar van de kast dat er geen bijzondere soorten in zitten. Dus nog maar een nacht weer proberen.
In ons halletje zit die morgen voor mij wel een bijzondere mot. Een wel veel besproken nachtvlinder, nl.: Processierups. Nooit eerder gezien, terwijl ze in grote aantallen aanwezig zijn hier in Twente. Ik kende alleen de rups, in grote aantallen in een buidel aan een eik. Toch wel grappig nu ook de vlinder te zien en eerlijk is eerlijk, hij is wel fraai! Ter bestrijding van deze soort wordt op verschillende locaties met succes de koolmees ingezet.
De volgende ochtend op tijd kijken, niet zo vroeg als de eigenaar van de kast want die was er al vóór 06.00 uur! Voor mij is 08.00 uur vroeg genoeg om even een kijkje te nemen. Ik vindt het toch ook wel weer spannend. Hoe is de vangst? Op en in de kast zitten nog heel wat vlinders, maar het zei me allemaal niks. Maar eens contact zoeken met de eigenaar. Hij heeft een aantal vlinders meegenomen om thuis te determineren. Hij sprak vol enthousiasme over Gele eenstaart, Brandnetelblindwants, Gerimpelde spanner, Bonte spitskopmot, Rozenblaadje en Goudvlekstelmot. Hij stuurt me later de foto’s van de verschillende soorten en ik moet zeggen: wat zijn ze mooi. Niet van die grauwe, grijze, bruine, saaie vlinders maar mooi van kleur en tekening. De lichtbak is niet meer ingezet, maar ik heb nog vele mooie nachtvlinders leren kennen, gewoon onder de buitenlamp. Mooie insectengroep!