Tekst en foto’s: Arjan Grobben, kasthouder Stichting Hofvogels
Het gaat er niet om dat alle soorten broedvogels op mijn erf komen broeden, maar als er dan behoefte is dan is er ook de mogelijkheid. Ik had al vaker gehoord dat bepaalde soorten niet samen kunnen leven maar vond het spannend welke soorten zich op mijn erf zouden vestigen.
Nu afgelopen jaar onverwachts de bosuil op mijn erf was gaan broeden in de kast voor de torenvalk, moest er ook maar een echte bosuilenkast komen. Maar eerst lag de prioriteit bij het plaatsen van een kerkuilenkast. Deze moest op de hooizolder boven de deel komen met de invlieg opening direct aan de buitenmuur. Op deze wijze hebben bij bezetting van de nestkast de kerkuilen geen toegang tot de hele deel, want ze kunnen de boel goed vervuilen. En zo op een vrijdagmiddag heb ik de kerkuilenkast opgehangen.
Voor de bosuilenkast had ik wat hout liggen en een bouwtekening had ik al van internet gehaald. En zo op een zaterdag maar eens aan het timmeren geslagen. En ik moet zeggen: mooi gelukt. Nu nog likje verf en klaar is die. Er werd een plekje op het erf voor de bosuilenkast gezocht en gevonden, maar dan moest de steenuilenkast eerst verhangen worden. Deze kreeg een nieuw plekje in de boomgaard. Het was volop zomer en alles hing op zijn plek. Ik kon verder niet veel meer dan rustig afwachten
Mijn dagelijks ritueel is om ’s morgens de honden uit te laten. Zo ook op een herfstochtend eind 2017. Ik stapte via de deel naar buiten en zag tot mijn eigen verbazing verse flatsen op de straat liggen. Zou er een kerkuil hebben gezeten? Tja, dat moest haast wel gezien die witte poepsporen. Laten we niet te vroeg juichen dacht ik nog. Vanaf die ochtend zag ik echter met enige regelmaat verse flatsen op straat liggen en zag ik af en toe ‘s avonds laat een kerkuil opvliegen. Ze zitten er dus wel! De daarop volgende winterdagen genoten we van de vele mezen, boomklevers, roodborstjes die op de voertafel afkwamen. Het leken zelfs veel meer diverse soorten dan voorgaande jaren. Voor het eerst maar eens meegedaan met nationale vogeltelling in januari dit jaar. Goed voor de bewustwording en meten is weten!
En toen eindelijk brak het voorjaar weer aan. De verschillende tuinvogels lieten zich weer volop horen en vaker zien. ’s Nachts hoorden we regelmatig het felle gekrijs van de steenuilen. Overdag liet de torenvalk zich weer vaker zien. Wel nog rustig rond de kerk- en bosuilenkast. Dat de torenvalk zich liet zien was echter van korte duur. Ik zag ze steeds vaker bij de buren in de elzen zitten bij een oud eksternest. Waarom daar en niet bij mij dacht ik nog. Ook bij de buren hield het uiteindelijk geen stand. Het enige wat ik af en toe nog van ze zag was een ‘biddende’ torenvalk boven de wei. Ze zullen dan vast ergens elders in de buurt broeden was mijn schrale troost. In tussentijd vernam ik wel weer regelmatig de kerkuil. Soms vloog hij in het donker over, hoorde ik hem ’s nachts krijsen of zag ik ’s morgens de verse strontvlekken op de straat liggen.
Het was 2 mei en de eerste boeren zwaluwen vlogen weer rondom het erf en in onze loods. Dat was het moment dat ik dacht, ik ga alles eens noteren wat ik dit jaar meemaak met vogels op en rond mijn erf. Een schriftje was gauw gevonden en de eerste aantekeningen van de boeren zwaluwen stond erin. Veel tuinvogels vlogen inmiddels rond en menig nestkastje was bezet. Goed moment om de nestkasten van de uilen te bekijken. Eerst de kerkuilenkast. Ik vond het super spannend en had geluk. Ik trof beide ouders in de kast aan broedend 4 eieren. Op naar de steenuilenkast. Ook hier het geluk dat beide steenuil ouders in de kast zaten. Nou wist ik wel dat steenuilen iets makkelijker zijn dan kerkuilen en dat deze soort zich niet gauw laat verdringen door nieuwsgierige mensen. Daarom pakte ik ze één voor één op om te controleren of ze geringd waren . Intussen zag ik ook hier 4 eieren! Een van de ouders was geringd. Nummer genoteerd en doorgegeven aan de ringer van Stichting Hofvogels. Benieuwd waar deze adulte steenuil vandaan kwam. Na enkele dagen kreeg ik het bericht van het Vogeltrekstation Griel dat dit steenuiltje was geringd op 14-06-2017 aan de Goorseweg in Haaksbergen. Hemelsbreed niet zo ver van hier, maar zonder ring hadden we het nooit geweten. Daarmee is het nut van ringen ook duidelijk geworden.
In deze periode werd er druk aan- en afgevlogen door de verschillende tuinvogels, allemaal druk om hun jongen groot te krijgen. Zo was er ook een paartje boomklevers en ik had van de ringer al begrepen dat hij ook wel belang had om deze te ringen. En zo werden op 16 mei verschillende jonge tuinvogels geringd waaronder: 8 boomklevers, 9 koolmezen en 8 pimpelmezen. Op 2 juni was het zover dat de steenuilen geringd werden. Van de 4 eieren waren er 3 uitgekomen en oud genoeg om door een ringer van de Stichting Hofvogels geringd, gewogen en gemeten te worden. Voor zover blij met mijn bijdrage aan de wetenschap. Het was me opgevallen dat ook de Bonte Vliegenvanger aan het broeden was. Bij controle van de kast zat het vrouwtje op eieren. Heel voorzichtig het vrouwtje gepakt om te controleren op een ring. En ja hoor het betrof een vrouwtje dat in 2017 was geringd aan de Weldammerlaan te Markelo. Via de ringer van dit vogeltje werd dit ook doorgegeven aan de kastcontroleur aldaar. Gedeelde vreugde
Hoe zou het met de kerkuilen gaan? Ik moet zeggen dat de schrik er bij mij wel eens in heeft gezeten. Zo vernam ik ze regelmatig wel en dan weer een tijdje niet. Toen tot mijn schrik zaten er ieder keer zelfs holenduiven in het invlieggat, maar zag ook wel weer braakballen liggen. Toch maar eens kijken, dan weten we het zeker. En zo op 11 juni zagen we 4 kleine kerkuil jongen, 2 afgestoten eieren en een adult in de kast. Tevreden, gauw de kast weer gesloten.
Overdag genieten van o.a. de jonge zwaluwen en ’s avonds en ’s nachts lieten de kerkuilen zich meer en meer horen. Soms een angstaanjagend gekrijs als uit een enge film. Op 9 juli werden de kerkuilen, onder toeziend oog van nog wat liefhebbers geringd, gewogen, gemeten en…..gefotografeerd, want wat zijn ze bijzonder gaaf. Die kop, die uitdrukking….fantastisch! Echter volgens de statistieken werden ze wat licht qua gewicht bevonden en onder de maat voor hun leeftijd. We kregen te horen dat het niet zo’n geweldig muizenjaar was, vermoedelijk door de droogte en dat we er verstandig aan zouden doen ze bij te voeren. En zo werden de pullen (naam voor jonge vogels) ruim drie weken, dagelijks voorzien van eendagskuikens. Ingevroren te koop bij de dierenspeciaalzaak. Kleine moeite toch om 4 gezonde kerkuilen te zien uitvliegen. Wat een machtig mooi seizoen!! Laat nu de zomer met al zijn vlinders en insecten maar komen.