Tekst: Kars Veling, Vlinderstichting, gepubliceerd op Nature Today

Stichting Hofvogels houdt zich in nauwe samenwerking met gemeente Hof van Twente en Landschap Overijssel intensief bezig met het stimuleren van natuurvriendelijke erven. Immers, meer vogels op je erf heeft direct te maken met de beschikbaarheid van eten, zoals bessen en insecten, plekken om te nestelen, etc. Nog beter is als er meerdere erven bij elkaar werken aan biodiversiteit en zeker als ook de bermen en sloten door gemeente en waterschap natuurvriendelijk beheerd worden. Dat dit werkt blijkt ook uit onderstaand onderzoek, dat zich richt op natuurvriendelijke tuinen

In Ierland is een onderzoek gedaan naar nachtvlinders, ofwel motten, in tuinen. Wat blijkt? Tuinen zijn belangrijk, maar vooral als er ook in de buurt wat te halen is. Een biodiverse omgeving is essentieel. Het Ierse onderzoek, uitgevoerd door Emile Ellis en collega’s, geeft duidelijk aan dat samenwerking essentieel is als je tuinen een echt grote waarde voor biodiversiteit wilt laten hebben. Ze werkte in deze studie met nachtvlinders. Deze zijn belangrijk, ook in stedelijke ecosystemen, omdat ze bestuivers en planteneters zijn en ook weer belangrijk als voedsel voor allerlei andere dieren. Bovendien reageren nachtvlinders, zoals veel insecten, snel op veranderingen in hun leefomgeving, door hun levenscyclus en het feit dat ze heel specifieke eisen stellen. Dat bleek ook uit het onderzoek. Emile Ellis vond dat bij een toename van complexiteit er meer nachtvlinders werden gevonden. Met andere woorden: hoe meer variatie, hoe meer vlinders. Bovendien was er een duidelijk verband met de hoeveelheid kunstmatig oppervlak, verstening dus. Meer verstening betekende minder vlinders. Dit is natuurlijk niet verrassend, maar het bleek dat die variatie pas een positieve rol speelde als deze ook buiten de tuin zelf aanwezig was.

 

 

 

 

Een tuin was pas echt soorten- en vlinderrijk als er in de omgeving ook gevarieerde en natuurlijke leefgebieden waren. Dat betekent dus dat samenwerking essentieel is. Samenwerking tussen tuinbezitters onderling, maar ook met de gemeente, die door in het beheer van groenstroken en bermen rekening te houden met de natuur, een belangrijke rol kan spelen. En daarmee zijn er grote kansen, want als we de oppervlakte tuinen en openbaar groen bij elkaar optellen komen we tot een gigantisch gebied waar planten en dieren goed leefgebied kunnen vinden. Dit geeft ook nog meer waarde aan de buurtinitiatieven die op steeds meer plaatsen ontstaan. Buurtgenoten die samen proberen meer natuur in hun omgeving te krijgen door zelf aan het werk te gaan. Aan het werk in hun eigen tuinen, maar ook, in samenwerking met de gemeente, in delen van het openbaar groen. Zo ontstaan prachtige groene netwerken in de stad en dat werkt dus!