Tekst en foto: Holly Klein Oonk

Sinds enkele weken heb ik nieuwe buren. Zij poepen de hele straat onder en ruimen hun troep niet op. Deze nieuwe buren zijn erg luidruchtig en zweren samen om mij het leven zuur te maken.  Mijn nieuwe buren zijn een groep ransuilen die een plaatsje hebben gevonden in een boom bij mijn huis. Een van hen (ik denk een mannetje) zit altijd op een plek in de boom. Herkenbaar door de vele witte poepvlekken en braakballen op de straat en het zachte geroep dat ieder moment van de dag te horen is. Soms hoor ik een andere ransuil terug roepen en soms komen ze met een groepje anderen het mannetje ophalen. Waar die andere ransuilen zitten weet ik nog niet. Ik heb hun roestplaats nog niet gevonden.

Sinds de nieuwe buren de boom hebben betrokken probeer ik op verschillende momenten van de dag te kijken of ze er wel zijn. Waar zitten ze, wat doen ze en zelfs ‘zijn ze er nog wel’ Ik probeer dit wel zodanig te doen dat de ransuilen er geen last van hebben en worden gestoord.  Vorige week in de avonduren had ik geluk en was mijn timing perfect.

 

Na enige tijd meneer ransuil bekeken te hebben, kreeg ik door dat hij erg onrustig was. Hij zat daar en poetste voortdurend zijn veren op en wipte onrustig heen en weer op zijn tak. Voordat ik het door had, vloog meneer ineens naar een andere boom waar (wat mij logisch lijkt) mevrouw ransuil zat. Meneer vertoonde hier heel mooi zijn balts om mevrouw te imponeren en te overtuigen. Dat hij uiteindelijk succes had bleek wel uit de paring die vervolgens plaats vond en die ik met mijn camera kon vastleggen.
Na de paring schudde de dame zich eens uit en vlogen ze beide weg en heb niets meer van ze vernomen.