Belevenissen in het veld:

Tekst en foto’s door Ruud de Koning en Miriam Bak, beiden vrijwilligers van de Stichting Hofvogels en enthousiast ringer

Dat steenuilen zich tijdens het ringen flink kunnen verweren is ons als vrijwilligers van de Stichting Hofvogels bekend. Dat door deze uilensoort daarvoor alle middelen worden aanwend kwamen we enige tijd geleden achter toen ik een niet geringd steenuilenvrouwtje in een nestkast aantrof en besloot haar te ringen. Nadat het uiltje zich met bijten en krabben stevig had verweerd, spoot zij als laatste redmiddel haar gehele darminhoud met kracht leeg over mijn T-shirt en broek. Een uitgebreide schoonmaakbeurt was daardoor nodig voordat ik het uitje kon ringen. De ontdekking van het niet geringde vrouwtje stelde ons wel voor een raadsel omdat het hier een ander vrouwtje betrof dan die we begin maart in de zelfde nestkast hadden aangetroffen. Mogelijk een nieuw paartje? Dat eerste uiltje broedde toen op meerdere eieren. De nestkast werd daarom ook nauwlettend door controleurs van de Stichting Hofvogels in de gaten gehouden. Helaas bleek onlangs, dat de nestkast leeg was en de uiltjes waren verdwenen. Restte nog slechts drie van de zes eieren die koud in de nestkast lagen. Helaas een mislukt broedgeval.

 

 

 

 

Bij het controleren begin maart van een nestkast op het erf van een enthousiaste vogelliefhebber troffen vrijwilligers van de Stichting Hofvogels in de nestkast een grote berg uitwerpselen aan  De uitwerpselen waren zeker van een marter. Omdat er in het voorgaande jaar in deze nestkast succesvol werd gebroed, was de teleurstelling groot bij de erfbewoners van de nestkast. Groot was echter de verbazing toen er begin april alsnog een paartje steenuilen in de nestkast werd aangetroffen. Had de marter de weken daarvoor dus toch niet zijn slag geslagen was de vraag? Bij de volgende controle begin mei troffen de vrijwilligers helaas toch nog een lege nestkast aan.

 

 

De kans op een positief broedsel in deze nestkast leek verkeken. De erfbewoner doneerde ondanks de teleurstelling toch spontaan een nieuwe schuifladder aan de Stichting. Een zeer welkom geschenk dat kan worden ingezet voor het controleren van nestkasten. We zijn als Stichting dan ook zeer dankbaar voor deze geste van de betreffend erfbewoner. De ladder is uiteraard al meermaals gebruikt.

 

 

 

 

 

 

Het controleren van nestkasten blijft altijd spannend. Wat treffen we zoal aan? Eieren, pullen, lege kast of andere bewoners als spreeuw of eekhoorn in de steenuilenkast of kraaien in de kerkuilenkast. En zo klommen we onlangs via een ladder op het speciaal door de erfbewoner gebouwde plateau om de kerkuilenkast goed te kunnen inspecteren. Na het openen van de nestkast keken ons drie mooie jonge kerkuiltjes aan, die over een week of twee geringd konden worden. Maar wat zat daar rechts bovenin de nestkast? Oei, het begin van een wespennest en al zo groot als een tennisbal. Over twee weken kon dat al een fors wespennest zijn en hoe veilig zitten de pullen daar dan in die nestkast? Besloten werd tot actie over te gaan. Eerst de jonge pullen in een emmer met een doek erover veilig gesteld.  Vervolgens met een klein plastic emmertje en een metalen veegblik gewapend omhoog. Sokken over de broek, handschoenen aan, gezicht beschermd op hoop van zegen het emmertje over het wespennest geschoven. Daarna met het veegblik het wespennest losgemaakt en de emmer gelijk afgedekt. Pff, gelukt. In samenspraak met de erfbewoner werd het wespennest in het nabijgelegen bos achter gelaten. Ook wespen hebben immers een nuttige functie in onze natuur. Over twee weken hopen we ze zonder wespenoverlast de drie kerkuiltjes te kunnen ringen. Altijd weer verrassend die nestkast controles.

 

 

Kerkuil, steenuil, bosuil en torenvalk zijn vogelsoorten waar de Stichting Hofvogels met name de aandacht op richt. Elke toerist die op safari gaat in Afrika droomt ervan om op 1 dag de ‘Big Five’ te kunnen zien. Als we deze gedachte projecteren op de genoemde uilensoorten en valken kun je bij Stichting spreken van de ‘Big Four’ De kans dat je alle vier de soorten op 1 dag waarneemt is al een redelijk unieke gebeurtenis. Laat staan dat je als ringer alle vier de soorten op 1 dag kunt ringen gezien het verschil in tijd dat deze uilensoorten broeden en jongen voortbrengen. Echter, niets is onmogelijk bleek op 15 juni van het afgelopen jaar. Na de hele dag jonggeboren steen- en kerkuilen te hebben geringd. kregen we een telefoontje dat er die dag ook nog enkele torenvalkjes geringd moesten worden. Dat bleek geen probleem en aan het einde van de middag waren ook vijf jonge torenvalken voorzien van een ringetje. Daarna was het aanschuiven achter het huis van één van de vrijwilligers van de Stichting voor een welverdiende versnapering. Groot was echter de verbazing toen de buurman ook aanschoof en vroeg of wij de jonge uilen bij zijn vader ook nog konden ringen. Toen we bij het erf poolshoogte namen, was de verrassing enorm toen er ook nog eens drie prachtige bosuiltjes in de nestkast bleken te zitten. Redelijk uniek voor ons doen daar de jonge bosuilen veelal al eind mei allemaal zijn uitgevlogen. Nadat de bosuiltjes onder toeziend oog van de toegestroomde plaatselijke jeugd geringd waren beseften wij dat dit toch wel een heel speciale dag was. Een ervaring die ons lang zal bijblijven en een reden om ons via deze Stichting blijvend in te zetten voor behoud van deze inheemse broedvogelsoorten die het al moeilijk genoeg hebben om zich te handhaven in ons landschap.