Vrijwilligers van Hofvogels deden medio maart een wel heel vreemde ontdekking. Het riep bij hen de vraag op of er in de dierenwereld ook een tekort aan geschikte woon (broed) ruimte aanwezig is. Een paartje steenuilen en eenden broedden broederlijk samen in een knotwilg langs een beekje.

In het geval van de steenuil, was er deze keer niet voor gekozen de nestkast op een geschikt erf van een boerderij te plaatsen. Gekozen werd de nestkast ergens in het achterveld van Azelo bovenop een knotwilg te plaatsen. De knotwilg, deel uitmakend van een rij van meerdere knotwilgen, staat bekend als natuurlijke broed-/ verblijfplaats van vele vogels, insecten en zoogdieren. De kans op broedsucces lag dus voor de hand.

Tijdens een eerdere controle in maart werden de vrijwilligers van hofvogels verrassend geconfronteerd met een broedend steenuilenpaar op drie eieren en in dezelfde knotwilg met een broedende eend. In een holte van de knotwilg, net onder de invliegopening van de nestkast lag een nest met negen eendeneieren.

Schijnbaar konden de buren goed met elkaar opschieten en was er succesvol gebroed. Begin mei hadden de jonge eendjes het nest al verlaten getuige het aantal aangetroffen lege eierschalen. Ook bij het steenuilenpaar, dat in maart nog broedde op eieren, waren in de tussentijd een drietal jongen geboren, die over een paar weken zullen worden voorzien van een ring. De knotwilg, als natuurlijke broed- en verblijfplaats van vogels, deed ook in dit geval de verwachting uitkomen als broedplaats voor 12 jonge vogels.