Eindelijk mochten ze dit jaar weer op pad, de vrijwilligers van de knotploeg van IVN Diepenheim. Na een onderbreking van een jaar als gevolg van het coronavirus trok een groep enthousiaste en gemotiveerde IVN vrijwilligers zaterdagochtend 12 februari wederom het veld in om een rij knotwilgen te gaan knotten. Een klus die jaarlijks een groot aantal knotwilgen rondom Diepenheim ten deel valt en niet alleen zorgt dat de knotwilg behouden blijft voor ons kleinschalige cultuurlandschap maar ook een wezenlijke bijdrage blijft leveren aan de biodiversiteit.
Knotwilgen wonder van biodiversiteit
Knotwilgen, veelal staande in het open veld langs sloten en wegen leveren een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit. Zo zijn ze niet alleen een bakermat en schuilplaats voor vele soorten insecten, vogels en zoogdieren, maar vormen de knotten en holtes ideale broedplaatsen voor steenuilen, andere broedvogelsoorten en vele soorten zoogdieren.
Van cultuur historische waarde
Knotbomen vormen al eeuwenlang een vertrouwd beeld in het Nederlandse cultuurlandschap. In houtsingels bij boerderijen werd de knotwilg van oudsher geplant voor huis- en tuingebruik. Zo werden uit het massieve wilgenhout bijvoorbeeld klompen gemaakt en de dunne tenen of takken verkocht om er manden en matten mee te vlechten. Ook had de wilg een belangrijke functie bij het waterbeheer rondom weilanden waar het vee vervolgens de bladeren en scheuten van de wilg als welkom tussendoortje zag. De tijd heeft deze gebruiksmogelijkheden echter achterhaald. Terwijl de knotwilg als geriefhout in het verleden inkomsten genereerde door de verkoop van het hout en de tenen is deze inkomstenbron weggevallen en is deze wijze van houtproductie niet meer rendabel. Eigenaren moeten tegenwoordig zelfs betalen voor het afvoeren van het snoeihout. De gevolgen zijn merkbaar. Onderhoud en beheer staan steeds meer onder druk. De gevolgen daarvan zijn evident en spreken in het nadeel van deze markante boomsoorten die langzaam maar zeker uit ons landschap dreigen te verdwijnen. De inzet van vrijwilligers ploegen als de knotploeg IVN Diepenheim draagt dan ook wezenlijk bij om deze soort voor ons landschap te behouden.
De IVN Knotploeg
Op deze koude maar zonnige zaterdagochtend verzamelden circa 15 vrijwilligers van de knotploeg IVN Diepenheim zich aan de Deventerdijk in Diepenheim om daar een 30 tal knotwilgen in een aangrenzend nat en drassig weiland te gaan knotten. Een belangrijke en terugkerende onderhoudsbeurt om deze zo kenmerkende bomen gezond en vitaal te houden.
De knotploeg, bestaande uit circa 35 mannen, vrouwen en kinderen gaan vanaf begin januari tot 15 maart in wisselende samenstelling op een zestal zaterdagochtenden het veld in om de circa 1000 aan hun zorg toevertrouwde knotwilgen te knotten die om de twee tot vijf jaar geknot moeten worden. De coördinatoren van de knotploeg werken een schema uit van de te knotten bomen en maken afspraken met de grondeigenaren die een deel van de kosten voor o.a. het afvoeren van het snoeimateriaal betalen. Veiligheid staat bij de knotploeg voorop. Zo worden de staken met de hand afgezaagd en dragen vrijwilligers in voorkomende gevallen een helm. Middelen die jaarlijks ter beschikkingen worden gesteld door Landschap Overijssel om deze voor het landschap zo belangrijke beheerklus zonder kleerscheuren af te ronden.
Na een ochtend hard werken wordt iedere knotdag afgesloten met een kop erwtensoep, aangeboden door slager Kastelijn uit Diepenheim.