Ontwikkelingen in de Hof van Twente
De IJsvogel is een parel onder onze broedvogels; fel blauw van kleur en daarmee prachtig aangepast aan de waterrijke omgeving waar ze broeden en naar voedsel zoeken. Met name beken zijn favoriet en het liefst kronkelende beken met steile oevers die begroeid zijn met bomen en struiken. De oevers gebruiken ze om hun nestpijpen in uit te graven en de bomen geven zitposten boven het water om naar vissen te kunnen duiken. IJsvogels hebben in goede jaren een lang broedseizoen met wel 3 broedsels. Ze beginnen dan half maart met het leggen van het eerste broedsel en de jongen van het derde broedsel vliegen pas eind september uit.
Veel beken zijn de afgelopen eeuw recht getrokken of genormaliseerd zoals dat in vaktermen heette. Maar deze term is eigenlijk helemaal verkeerd gekozen; het natuurlijke stroomkarakter werd juist abnormaal gemaakt. Gelukkig hebben de laatste decennia diverse beken weer een natuurlijke karakter gekregen door hermeandering.
De belangrijkste beken in de Hof van Twente staan in de onderstaande tabel met het aantal IJsvogelpaartjes dat daar de afgelopen 3 jaar broedend is aangetroffen. Waarschijnlijk zijn er ook wel paartjes aan de aandacht van de vogeltellers ontsnapt, maar de tabel geeft een goede indruk waar IJsvogels zijn te vinden. De Oelerbeek en de Diepenheimse Molenbeek zijn 2 bosbeken met op veel plaatsen geschikte oevers voor nestbouw. In goede jaren kunnen op beide beken wel 4 paartjes hun jongen groot brengen. De Regge, Hagmolenbeek en de Bolscherbeek zijn voorbeelden van beken waar door herinrichting het stroomkarakter weer natuurlijker is geworden. De Hagmolenbeek is daarbij smaller en ondieper gemaakt. Tot nu toe is de IJsvogel hier niet teruggekeerd, maar langs de Regge en Bolscherbeek heeft de IJsvogel wel geprofiteerd van de herinrichting.
Van oudsher is met name de strengheid van de winter bepalend geweest voor het aantal paartjes. Een aanhoudende vorstperiode van 1 week kan al grote sterfte van IJsvogels geven met een sterke terugval van het aantal broedparen. Maar nu is daar ook droogte als beperkende factor bijgekomen. Door de droge zomers de laatste jaren viel bijvoorbeeld de Diepenheimer Molenbeek voor lange perioden en over grote lengte droog. Kleine visjes, het belangrijkste voedsel voor de IJsvogel, is daardoor voor langere verdwenen en de beek minder geschikt. Gevolg was dat er in 2022 slechts 1 paar broedde en dit paar heeft maximaal 1 broedsel kunnen groot brengen. De waterstand is in het najaar van 2022 nog steeds veel te laag en herstel van de vispopulatie laat nog op zich wachten.
|
2020 | 2021 | 2022 |
Bolscherbeek |
2 |
1 |
|
DIepenheimer molenbeek |
3 |
1 |
1 |
Oelerbeek |
2 |
1 |
|
Poelsbeek |
1 |
1 |
|
Regge |
1 |
2 |
|
Schipbeek |
1 |
1 |
|
Twickelervaart |
1 |
||
Twentekanaal |
1 |
||
Vijvers/plassen |
2 |
2 |
2 |
Totaal |
13 |
3 |
10 |
Vierde landelijke IJsvogeldag is op 11 februari 2023 in Tilburg
De vierde Landelijke IJsvogeldag wordt gehouden op zaterdag 11 februari 2023 in Tilburg en georganiseerd in samenwerking met het Brabants Landschap. Meer informatie en opgeven is te vinden op: https://forms.gle/NytKBSARAqvmaSoMA
De Landelijke IJsvogeldag is 3x eerder georganiseerd en een studiedag over allerlei wetenswaardigheden over IJsvogels. De initiatiefnemer voor deze dag is Jelle Harder uit Hilversum. Jelle is een IJsvogel-liefhebber en beschermer die in de Gooi- en Vechtstreek een netwerk van IJsvogelwanden heeft opgezet. Deze wanden hebben een groot succes; in goede jaren broeden er meer dan 100 paartjes in de Vechtstreek. Jelle probeert zijn aanpak met de wanden en het maken van wakken in de winter uit te dragen naar andere delen van Nederland. Mede daarom wordt de dag iedere keer in een ander deel van Nederland gehouden. Zo werd de derde Landelijke IJsvogeldag gehouden in februari 2022 te Denekamp en georganiseerd in samenwerking met de Twentse Vogelwerkgroep en Museum Natura Docet. Die dag stonden de regio’s Twente en Achterhoek centraal en werd ook bezocht door enkele vrijwilligers van de Stichting Hofvogels.