Naast nestkasten voor de steen- en kerkuil controleren vrijwilligers van de Stichting Hofvogels ook enkele nestkasten voor torenvalken. Soms broedend in een nestkast voor de bosuil of kerkuil en soms in een speciale voor hen gemaakte en geplaatste nestkast veelal hoog op een paal midden in een weiland of bouwland.

Wat de torenvalk gemeen heeft met de beide uiensoorten is dat ook deze roofvogel door de jaren heen in een éénmaal gekozen nestkast blijft broeden. Hij kent daar de weg in een voor hem geschikte biotoop. Over het algemeen bestaat een broedsel van de torenvalk uit circa 5 tot soms 7 blauw gekleurde eieren. De grote van het broedsel is sterk afhankelijk van het voedselaanbod. Beide ouders zijn in de fase van de pullen doorlopend op jacht om de hongerige snavels van muizen te voorzien, waarbij de vader de buit aanlevert en moeder de jongen voert.

 

 

2 juni werden op twee erven in de Hof van Twente wederom een tiental jonge gezonde valkjes geringd. Altijd een hele belevenis, want voor je het weet heb je zo’n driftig jong aan je vinger hangen. Alle jongen van circa drie weken oud werden van een ringetje voorzien en gewogen en gemeten. Uiteindelijk werden de puntjes nog even op de i gezet en werden de oksels van de jongen op bloedluis gecontroleerd en behandeld.

In de tussentijd hadden de ouderparen in de gaten dat er iets met hun kroot gebeurde en volgden de gebeurtenissen nauwlettend van enige afstand. Nu maar hopen dat alle jong geringde valkjes een gelukkig leven tegemoet gaan en voor veel nageslacht zorgen.