Tijdens één van onze kastcontroles troffen we begin april op het terrein van de Twentsche Golfclub in Ambt Delden voor het eerst een broedende bosuil aan in een drie jaar eerder geplaatste nestkast. Bij het controleren van de nestkast vloog een adult vrouwtje uit de nestkast, waarin we vervolgens drie eieren aantroffen. Ons enthousiasme werd echter meteen een stuk minder toen we zagen hoe deze eieren er bij lagen. Een verontrustende situatie. De eieren lagen op de kale bodem en in een uiterst hoekje van de nestkast.

In overleg met de achterban werd in 1e instantie besloten om de situatie te laten zoals hij was en de nestkast de komende tijd scherp in de gaten te houden. Toen eind april echter bleek dat de situatie onveranderd bleef werd besloten in te grijpen. De bosuil broedde nog steeds in de nestkast en niets wees erop dat de eieren niet bebroed waren. Besloten werd om alsnog bodembedekking aan te brengen en de drie eieren voorzichtig te verplaatsen naar het midden van de nestkast. En nu maar hopen dat we binnenkort beschuit met muisjes kunnen eten met de familie bosuil.

 

Toen de nestkast drie jaar geleden werd opgehangen werd hij, zoals gebruikelijk, voorzien van het benodigde nestmateriaal om de eventuele nieuwe bewoners niet alleen te voorzien van een comfortabele en stabiele broedlocatie. Bodemmateriaal is ook nodig om te voorkomen dat jonge opgroeiende uilen vergroeiingen aan de poten krijgen, wat het pakken op prooien bemoeilijkt. Raadselachtig blijft natuurlijk hoe het eerder aangebrachte bodemmateriaal kon verdwijnen.

w.g: Miriam Bak, Ruud de Koning en Tonnie Blanken; Vrijwilligers van de Stichting Hofvogels