De grutto, een weidevogel uit de familie steltloperachtigen was eerder een algemeen veel voorkomende weidevogel. Maar de soort gaat sinds de eeuwwisseling door het verlies aan habitat snel achteruit. Broedparen in de Hof van Twente worden ook langzaam een zeldzaamheid en verdienen aandacht en zorg. Ondanks alle bemoeienissen gaat het echter niet van een leien dakje ervoer melkveehouder en natuurliefhebber René de Wilde uit Elsenerbroek.    

Eind april constateerde Kees, een gepassioneerde weidevogelliefhebber, dat er weer een grutto in één van mijn weilanden broedde. ‘Ik vermoed bij de iets hogere pol, ongeveer in het midden van je  weiland’ aldus deze gepensioneerde Fries. Vorig jaar broedde daar ook al een gruttopaar op het lagere en nattere gedeelte van het weiland. Ik heb toen tijdens het maaien een flink blok gras laten staan zonder dat we toen het nest hebben gevonden. Ergens begin juni, op een warme zonnige dag, ben ik toch even richting het nog hoog staande gras gelopen om het nest te vinden. Ik werd toen door een koppel gealarmeerde grutto’s geattendeerd dat er jongen waren. Ik heb toen pas later in juni, toen er geen vogels meer waren, het gras gemaaid. Gras dat toen overigens door het onbestendige weer in de meimaand van matige kwaliteit was.

Dit jaar is de situatie echter geheel anders. De eerste weken van mei waren zodanig bestendig dat al het gras op een voor een melkveehouder gunstig moment kon worden gemaaid. De hoeveelheid en kwaliteit van het gras was optimaal om er bruikbaar voer van te maken voor de verwerking tot melk. Begin mei hielp Kees me tijdens het grasmaaien om het gruttonest te vinden. Na een paar rondjes meegereden te hebben en kijkend waar de grutto neerstreek en vervolgens te voet verder zoekend werd het nest uiteindelijk gevonden en met vier rietjes ruim gemarkeerd. Een blok van 15 bij 30 meter met midden daarin het nest liet ik de volgende dag met het maaien staan. Toch bleef het de dagen erna, tijdens het werk in de omgeving van het nest, vrij stil. Slechts één keer zag ik het mannetje dat gewoonlijk in de buurt van het nest op de uitkijk staat. Na het wegwerken van het gras heb ik Kees gebeld of hij de grutto’s nog in de gaten had gehouden. Het nest bleek naderhand echter tot onze teleurstelling verlaten te zijn met enkele koude eieren.

Wel was een ander door Kees gelokaliseerd broedpaar gaan broeden op een naast mijn weiland gelegen maisland. Hopelijk lukt die broedpoging wel en kunnen de jong geboren grutto’s of zogenaamde nestvlieders gebruik maken van de stroken gras die ik voor hen heb laten staan als route naar de waterschapsloot. Een paar dagen eerder had ik een medewerker van het waterschap die de taluds klepelde gevraagd een strook gras te laten staan als dekking voor de grutto’s.   Het ‘waarom’ dat de grutto’s het broedsel hebben verlaten zal ongetwijfeld te maken hebben gehad  met de werkzaamheden van de grasoogst en mogelijk heeft het bezoek aan het nest verstorend gewerkt. Wie zal het zeggen.

Het beschermen van weidevogels is als melkveehouder niet eenvoudig. Er zijn allerhande afwegingen te maken tussen bedrijfsbelangen en natuurbelangen. De soort maakt trouwens ook afwegingen met betrekking tot hun nestkeuze, waarbij bescherming, veiligheid en aanwezigheid van voedsel belangrijke voorwaarden zijn. De grutto’s die jaarlijks terugkeren naar deze plek om te broeden hebben zich in de loop van de jaren waarneembaar aan de steeds mindere omstandigheden aangepast. Zo broeden ze bijvoorbeeld niet alleen later, maar ook in een meer onnatuurlijk landschap zoals tussen de rijen jonge maisplantjes op een maisakker.

Het dilemma waarmee ik als melkveehouder wordt geconfronteerd is dan ook wat te doen om de populatie meer te ondersteunen in hun levensonderhoud. Soms bestaat de indruk dat beleidsmakers en subsidieverleners de grutto buiten de aangewezen kerngebieden allang hebben afgeschreven. Persoonlijk probeer ik, ondanks het teleurstellende verloop van dit broedseizoen, lering te trekken uit voorgaande jaren. Door nesten eerder te lokaliseren, meer gras om nesten te laten staan en later te maaien probeer ik betere voorwaarden te creëren voor toekomstige broedparen. Overigens liggen er ook bij waterschappen kansen om de overlevingskansen van de jonge weidevogels te verbeteren. Door de vorm van taluds meer glooiend te maken en het beheer ervan af te stemmen met levenscyclus van de vogels ontstaan de nodige foerageerplekken en bescherming in tijden dat het gras is gemaaid en het land geen dekking meer biedt. Gelukkig zag ik twee wulpen waarvan Kees de jongen heeft weten te redden. Was alle moeite toch nog ergens goed voor.

Tekst: René de Wilde