De Stichting Hofvogels en de greenkeeper van de Twentsche Golfclub in Ambt Delden ondersteunden de laatste maanden het onderzoek van bioloog Anne Kwak van de Radboud Universiteit. Het onderzoek richtte zich op de vraag ‘wat de invloed is van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw op de vogelstand‘.

Uit een studie van de Radboud Universiteit en Sovon Vogelonderzoek Nederland bleek drie jaar geleden, dat insectenetende vogels sterker achteruitgaan in gebieden met hoge concentraties van de neonicotinoïde imidacloprid in het oppervlaktewater. Dat bleek toen uit een vergelijking tussen aantallen vogels en milieufactoren. Maar is er nou echt minder te eten voor vogels in gebieden waar veel neonicotinoïden worden gebruikt? Om daar achter te komen doet bioloog Anne Kwak een dieetonderzoek bij spreeuwen. Op 28 verschillende plekken in het land, waaronder de golfclub, kijkt zij wat en hoeveel de jonge spreeuwen op dit moment te eten krijgen aangeboden door hun ouders.

 

 

Vanaf begin april werden door vrijwilligers van de Stichting Hofvogels in samenwerking met de greenkeeper van de golfclub wekelijks de vele spreeuwenkasten langs de fairways gecontroleerd en de ontwikkelingen van eileg tot aan het moment dat de jonge spreeuwen de nestkast verlieten geregistreerd. Insectenvallen werden opgesteld en bodemmonsters genomen. Met behulp van camera,s werd inzicht verschaft in de mate waarin de oude vogels af en aan vlogen met voedsel. Uiteindelijk werden circa 60 jonge spreeuwen geringd en werd van deze jongen een voedselmonster genomen. Hiervoor kregen de jonge spreeuwen met grote voorzichtigheid en deskundigheid een keelbandje omgelegd door een expert van Sovon. In meerdere keeltjes werden na een klein uurtje emelten en andere insectenresten aangetroffen die voor onderzoek werden meegenomen. Tijdens de laatste controleronde van 15 mei, bleek dat alle jongen het hadden overleefd en waren uitgevlogen.

 

Medio juni wordt het veldwerk afgerond met het nemen van enkele watermonsters en het verzamelen van de insecten uit de insectenvallen.

De Golfclub investeert al meerdere jaren actief in het aantrekken van kolonies spreeuwen tijdens het broedseizoen. De spreeuwen doen zich in die periode massaal tegoed aan de emelten en engerlingen die zich in de grasmat ophouden en een verwoestend effect hebben op de kwaliteit van de grasmat. Met het aantrekken van de spreeuwen wil de golfclub op meer biologische wijze deze plaag bestrijden.