MET HAN BRINKCATE DE NATUUR IN. De boomkikker deel 3: Een beschermde soort
In dit hoofdstuk ga ik nader in op de beschermde status van de boomkikker. Bij wet mag je de soort niet verstoren, in je bezit hebben, niet verjagen en niet vervoeren. Er zijn inmiddels heel veel vrijwilligers actief, die alles in het werk stellen om de boomkikker en zijn leefgebied van zijn ondergang te redden.
Het gaat slecht met de bomkikker in Nederland. Leefgebieden van de boomkikker zijn successievelijk afgenomen als gevolg van bijvoorbeeld verdroging, verzuring en vernietiging van leefgebieden. Er zij meerdere oorzaken aan te wijzen die ten grondslag liggen aan deze negatieve ontwikkeling zoals overbemesting en gebruik van pesticiden. Ook een te hoge visstand in hun leefgebied speelt mee. Vissen eten de eitjes, larven en de boomkikkertjes op. De zonnebaars is hierin een ‘kei’. De zonnebaars is een zeer schadelijke invasie vis afkomstig uit Noord Amerika. Deze exoot en is in het verleden uitgezet in de Europese zoetwateren waar hij zich massaal genesteld heeft ten nadele van de inheemse soorten. De zonnebaars mag dan ook niet meer binnen Europa gehouden, verhandeld of vervoert worden. Ten slotte speelt het maaibeleid van terreinbeheerders die midden in de zomer watergangen en opschonen door machinaal waterplanten uit het water te halen. Hierdoor delven niet alleen de eitjes, larven en boomkikkertjes het onderspit, maar ook heel veel andere soorten als bijvoorbeeld salamanders en kikkers die in het water leven. Het creëren en goed beheren van meer ideale biotopen door de aanleg van geschikte poelen, vennen en vijvers is dan ook een must om de boomkikkerpopulaties te behouden, te ondersteunen en uit te breiden. Veelal lukt het natuurorganisaties en vrijwilligersorganisaties om succes te boeken en verspreiden de boomkikkers zich binnen enkele jaren over de nieuw aangelegde poelen, vennen en vijvers.
Ten slotte wil ik nog iets over hun winterslaap. Zodra de temperatuur buiten daalt en de dagen korte worden, worden de boomkikkers onrustig. Ze weten dat ze zich op moeten maken voor hun winterslaap. De hele nazomer hebben ze goed gegeten en hiermee vetreserves opgebouwd om tijdens hun winterslaap en het wakker worden in het voorjaar te gebruiken. Ze zoeken voor hun winterslaap goed beschutte plekjes uit, zoals holletjes, brandhoutstapels, onder boomstammen enzovoorts. Hun hartslag en bloeddruk vertragen en hun temperatuur daalt tot ongeveer de omgevingstemperatuur. Zo blijven onze ‘fantastische’ boomkikkertjes ruim een half jaar in dit stadium liggen, waarna ze in het voorjaar weer actief worden en de voortplanting begint.