De bosuil is één van de vroegere broedende uilensoorten en deze uil staat bij Hofvogels in maart al op de agenda om in actie te komen. Voordat de jonge steenuilen en kerkuilen worden geboren zijn de jonge bosuilen meestal al uitgevlogen. Maart en april zijn dan ook bij uitstek de maanden om op pad te gaan en de circa 50 nestkasten van de bosuil op bezetting te controleren. Het aantal broedparen in de Hof van Twente en de broedontwikkelingen van deze vroege broeder vallen dit jaar echter tegen. De meeste nestkasten werden op een enkele na onbewoond aangetroffen. Zelfs historisch bekende broedplaatsen bleken dit jaar ineens verlaten te zijn. Bekend is echter dat de bosuil bij voorkeur in een bosrijke omgeving ergens in een holle boom of holte broed. Zo ook bijvoorbeeld dit broedpaar, dat in 2021 een holle stam van een notenboom op een erf in Markvelde als ideale broedplaats uitkoos om hun jongen of takkelingen groot te brengen.
De verwachtingen waren dit jaar hooggespannen. Zou er net als in 2021 weer een aantal van de uitgezette nestkasten bezet zijn met een broedend bosuilenpaar? Ondanks dat de bosuil weer rijkelijk werd gehoord door zijn schelle nachtelijke kreet, bleek het aantal te signaleren broedparen dit jaar tegen te vallen. De meeste nestkasten waren niet bezet of een enkel broedgeval met enkele eieren bleek later niet het gewenste resultaat op te leveren. In plaats van de verwachte jonge bosuilen bleek de nestkast een paar weken later leeg en verlaten te zijn. Zelfs geen lege eierdop die het werk van een marter kon verklaren. Gelukkig uiteindelijk een paar weken later toch een enkele nestkast met een drietal jongen. Maar ook de prooiresten van een grote bonte specht die als maaltijd voor de takkelingen had gediend.
Het is bekend dat bosuilen niet kieskeurig zijn wat hun voedsel betreft en alles wat voor hun snavel komt vangt en meeneemt voor hun jongen. Jongen die nog lange tijd buiten de nestholte worden gevoerd door de ouderparen en in dan ergens scharrelend op de grond kunnen worden aangetroffen door wandelaars in het bos. Het betreffen hier geen hulpeloze en verloren jongen die onze hulp nodig hebben.