Met en door Han Brinkcate.
De eerste boerenzwaluwen zijn na een lange en gevaarlijke reis weer in Nederland gearriveerd en gaan op zoek naar hun oude en vertrouwde broedplaatsen. Broedplaatsen die echter steeds meer verdwijnen door veranderingen in de agrarische bedrijfsvoering en toenemende zorg voor hygiëne rondom boerderijen, waaronder de maatregelen die nodig geacht worden voor een schone en veilige melkproductie. Ten slotte de angst dat vogels mogelijk besmettelijke ziekten overbrengen heeft er onder andere toe geleid dat de populatie de laatste jaren sterk onder druk is komen te staan.
De boerenzwaluw wordt steeds minder vaak gespot en staat te boek als bedreigde soort. Boerenzwaluwen komen elk jaar naar dezelfde plek terug om te broeden en maken dan weer gebruik van oude nesten in open schuren en stallen van boerderijen. De voorkeur gaat daarbij uit naar schemerdonkere en beschutte plaatsen, die hem beschermen tegen mogelijke predatoren. Als gevolg van toenemende hygiënemaatregelen op boerderijen en door het gebruik van moderne bouwtechnieken en – materialen neemt het aantal ideale broedlocaties echter zienderogen af. De verschuiving naar een ‘schoner’ boerenerf heeft zich in de laatste decennia onverminderd voortgezet en ook is er steeds minder geschikt nestmateriaal voorhanden. Een teruglopende weidegang van koeien in combinatie met het verdwijnen van modderige plaatsen rondom de boerderij is hier de oorzaak van. Warmte en droogte in het voorjaar zorgen voor verdere problemen tijdens de broedperiode, waarbij nesten het begeven met desastreuze gevolgen voor de nestjongen.
Koeien, de ideale cementmolen voor de boerenzwaluw.
Koeien in weilanden produceren de juiste substantie (cement) voor de bouw van een stevig nest. Vooral in de buurt van de in de weilanden staande drinkbakken of poelen is deze cement voor de boerenzwaluw te vinden. Koeien soppen lekker veel water bij het drinken en maken er op een gegeven moment een mooie ‘blubberzooi’ van. Let op! nu komt de truc. Koeien eten gras en poepen de koeienstront veelal in de buurt van de drinkbakken uit. Hierdoor mengt de koeienpoep zich met de modder en ander daarvoor in aanmerking komende materialen. Hoe vaker de koeien dit bouwmateriaal produceren (drinken en poepen) hoe beter en steviger het nestmateriaal voor de boerenzwaluw wordt. Hier spelen de melkmeisjes dus eigenlijk voor cementmolen.
Mannetjes boeren
zwaluw verzamelen het nestmateriaal en vliegen ruim 1750 keer heen en weer van modderpoel naar de locatie waar het nest gebouwd gaat worden. Boerenzwaluwen bouwen hun schotelvormige nest over het algemeen in koeien- en paardenstallen onder daken of op/ aan de steunbalken. Als gevolg van het toenemend gebruik van moderne bouwmaterialen ontstaan er hechtproblemen voor de nesten. Een nest gemaakt van aarde, vermengd met speeksel, strootjes, haren en veren hecht zich nu eenmaal beter aan een houten spant dan aan een ijzeren balk. Dat is ook één van de redenen waardoor de vroeger zo geliefkoosde bruggetjes als broedplaats zijn afgevallen. Veel houten bruggetjes zijn verdwenen, om plaats te maken voor nieuwe, met metalen leggers. Of ze werden eenvoudig vervangen door een duiker
Voor de nestbouw hebben de zwaluwen ongeveer een week nodig. Zorgvuldig zoekt het mannetje de juiste blubber uit en stopt hiermee zijn snavel vol. Vervolgens vliegt hij richting het te bouwen nest en geeft de blubber over aan het vrouwtje, die de blubber van haar speeksel voorziet. Het vrouwtje metselt dit mengsel vervolgens aan de muur of op/ aan een balk waar het nest moet komen. Haar speeksel werkt als een soort lijm.
Er is steeds minder geschikt nestmateriaal voor handen. Modderige plaatsen worden minder rondom de boerderij aangetroffen. Modderslootjes zijn verdwenen; drinkputten in onbruik geraakt en koeien lopen steeds minder vaak in weilanden waardoor er steeds minder plekken zijn waar de boerenzwaluw zijn ideale bouwmateriaal kan vinden. Ook dreigt een nieuw fenomeen de kop op te steken, namelijk de toenemende stijging van de temperatuur en daarmee samenhangende droogte in de broedperiode. Het poreuze bouwmateriaal van het net gebouwde nest droogt te snel uit en verliest aan kracht. De zwaartekracht doet vervolgens de rest, wanneer het nest gevuld is met meerdere jongen. De gevolgen daarvan zijn voorspelbaar. Dit probleem doet zich trouwens niet alleen voor bij de boerenzwaluw, maar bijvoorbeeld ook bij de huiszwaluw.