Door René de Wilde

In de zomer kunnen zwaluwen afhankelijk zijn van bladluizen. Dat lijkt op het eerste gezicht een lachwekkende opmerking, maar als je de natuur goed observeert leer je al snel dat alles er met alles in verbinding staat en elk van een ander afhankelijk is.

Het is trouwens veel handiger de natuur zelf te bekijken om die goed te snappen. Momenteel, zo rond de langste dag, hebben mijn boerenzwaluwen waarover ik eerder schreef grote jongen die of zijn uitgevlogen of op het punt staan dat te doen. Van de huiszwaluwen die later arriveerden zijn de eieren momenteel juist uitgekomen. De dopjes van de spierwitte eieren lagen vanochtend onder het nest en de vogels begonnen prooi aan te slepen. Ook zag ik een tweede paartje dat wellicht naast het volop in bedrijf zijnde nest iets wil beginnen. Gisteren met de langdurige ochtendregen waarbij veel water viel en het afkoelde, zag ik de boerenzwaluwen fanatiek jagen onder een rij eiken achter de boerderij. Uit ervaring weet ik dat op de stammen ervan veelal vliegen zitten te rusten of te schuilen en die er ongetwijfeld ook foerageren. Om te vliegen hebben de insecten veel energie nodig die ze op verschillende manieren op kunnen nemen.

In de media is ontzettend veel te doen over de afname van de insectenstand, die veelal gelinkt wordt aan de afname van bloeiende planten. Om de insecten te helpen worden veelal zomerbloeiers ingezaaid, waar inderdaad, zolang deze soorten stand kunnen houden insecten die nectar verzamelen gebruik van maken. De vraag is of dat allemaal nodig is.  Als je bijvoorbeeld alleen al een zeer algemene soort als het zevenblad laat bloeien als vrij simpele maatregel maakt dat al verschil. Langs mijn perceelranden staan ze op een plek.

Zevenblad met insectenbezoek op een zomerse dag in Markelo.

Onder andere vliegen, wapenvliegen, kevers, zweefvliegen maken hier dan volop gebruik van. Ook een zeer algemene soort als klein streepzaad die met kleine gele lintbloemen graag groeit op opengevallen plekken die verdroogd zijn zitten veel insecten te snoepen, waaronder veel wilde bijen soorten. Dat insecten om aan suiker te komen alleen van bloeiende planten afhankelijk zijn is niet waar. Het is zelfs twijfelachtig of bloeiende planten wel voor het grootste deel de leverancier zijn van de brandstof van veel soorten insecten.

In het voorjaar leveren niet alleen planten, maar ook bladluizen enorme hoeveelheden suikerachtig materiaal in de vorm van honingdauw. Er zijn vele soorten van die ik niet kan benoemen maar ik zie in de natuur dat heel veel insecten er enorm druk mee zijn. Mieren houden ze als vee bijvoorbeeld en beschermen ze als ze worden opgevreten door andere insecten. Vooral als er gebrek is aan andere voedselbronnen kun je zelfs in de tuin bekijken hoeveel insecten zitten te snoepen in een struik die onder de luizen zit. Als er geen bladluizen meer zouden zijn zou dat veel invloed hebben op het voedselaanbod. De populatie vliegend voer zou niet meer pieken en de jonge vogels op de nesten zouden verhongeren.

Kortom

Of vogels wel of niet voorkomen zegt veel over een ecosysteem. Ze staan vaak bovenaan de voedselketen en zodoende is de aanwezigheid van bijvoorbeeld Zwaluwen een mooie graadmeter op de hoeveelheid insectenmassa. Immers geen voer geen vogels. Als ze er zijn zal dan ook wel goed gesteld zijn met de bladluizen.

Een vlinderstruik zit onder de luizen die aan de onderkant van de bladeren leven. Druppeltjes honingdauw vallen onder de onderliggende bladeren waar het krioelt van de insecten.