Tekst en foto’s:    Arjan Grobben.

 Met het bijvoeren van tuinvogels hou je de vogels in de tuin en kun je bepalen waar je ze wilt zien, bijvoorbeeld om te kunnen zien vanuit de keuken. Het blijft een discussie over wel of niet bijvoeren, maar ik ben van mening dat bijvoeren gedurende herfst- en de winterdag mag. Het is zelfs hartstikke leuk.

Begin september ben ik al begonnen met bijvoeren, maar op een hele natuurlijke manier. De zonnebloemen hadden mooi gebloeid, maar op de plek waar ze staan heb ik er geen zicht op vanuit de keuken. En dus heb ik de koppen van de zonnebloemen eruit geknipt en aan een oude kersenboomstam opgehangen. De kersenboom was helaas doodgegaan , maar ik had de stam van ca. 2.5 meter hoog laten staan. Al zou er geen tuinvogel op afkomen, het staat in ieder geval decoratief. Het duurde niet lang of de kool- en pimpelmezen zaten te smikkelen van de zonnebloempitten.

 

 

 

 

 

Half september laat de eerste boomklever zich in de tuin zien. Het betreft een geringd exemplaar. Misschien wel dezelfde die hier afgelopen jaar gebroed heeft. Door zijn aanwezigheid besluit ik om ook de doppinda’s maar eens op te hangen.

Het was dierendag en ik zat met de honden in de keuken tot ik iets zie bewegen in de walnotenboom. Ja hoor. De boomkruiper  bewoog zich omhoog aan de stam van de boom. Dit is ook meteen het grote verschil tussen boomkruiper en boomklever. Boomkruiper beweegt zich langs een boomstam omhoog, terwijl een boomklever ook naar beneden gaat op de boomstam. Het is wel een hele bijzondere dierendag. Was al blij met de aanwezigheid van de boomkruiper maar daar kwam in de loop van de ochtend het roodborstje nog bij. Dat vindt ik nu oprecht een vrolijk tuinvogeltje, altijd opgewekt, kan op een paar meter je ontzettend in de gaten houden en laat zich vaak als een  grote druktemaker horen. Het schijnt dat je deze soort zo’n beetje handtam kunt krijgen, door ze meelwormen te voeren. Nou….daar heb ik het geduld niet voor.

 

Dierendag was nog niet voorbij. Het was middag toen ik nog even met de honden naar buiten ging. Eenmaal buiten schoten beide honden de tuin in, gevolgd door een bult geblaf. Snel er achteraan en wat schetst mijn verbazing, midden op de middag scharrelt er een egel door de tuin. Gauw de honden weg geroepen voordat er gewonden vallen. Niet echt bijzonder, maar ik had niet eerder een egel, overdag , door onze tuin zien scharrelen. Al met al een mooie dierendag! De kool- en pimpelmezen komen kort voor het keukenraam door de pinda’s welke ik aan de dakgoot heb gehangen. De glanskop laat zich meer  en meer zien op de voedertafel maar ook bij de waterbak. Grappig te zien dat de nestkastjes druk bezocht worden en gecheckt op geschiktheid om te overnachten. Ik had de kastjes  begin september al schoongemaakt en voor zover noodzakelijk onderhoud aan uitgevoerd.

De dagen gaan voorbij en er gebeurd weinig spannends. Iedere dag grote aantallen mezen en het roodborstje wat zich meer en meer laat zien, maar ook laat horen. Ik zit de soorten te bekijken en fotografeer ze. Veel dezelfde soort plaatjes, maar ondanks dat hoop je altijd op een unieke foto. Het lijkt wel speelkwartier, de mezen sjezen achter elkaar aan  de hulst in en uit. Een drukte van jewelste. In al deze drukte meen ik en bijzonder vogeltje te zien, maar het gaat zo snel dat ik ook direct bij mezelf denk: “jaja, dat zal wel niet”.

Ik probeer nog wat foto’s te maken van de mezen in de hulst en na een paar tellen zie ik het vogeltje weer. Niet overtuigd maar toch stiekem denkend dat ….!

Hij is vliegensvlug, maar gaat dan toch even op een takje van de hulst zitten. Nee hè, net achter een paar blaadjes. Hij verzet zich en…….ja hoor. Toch goed gezien. Een Goudhaantje. Nooit eerder in het echt gezien. Gaaf!

Even later valt mijn oog op een Turkse tortelduif die in de walnoot zit. Wat een mooi moment. Bijna gelijktijdig , twee nieuwe soorten in de tuin.

 

 

 

Eind oktober en ik hang de eerste vetbol buiten. Ongelofelijk, ik ben nog geen 5 minuten binnen of de eerste koolmees pikt al van de bol. Na een dag of twee laten zich soorten zien die zelf niet aan de vetbol gaan hangen, maar afkomen op de kruimels  van de vetbol. De vinken en heggenmus doen zich tegoed aan de kruimels.De oude walnoot naast ons huis heeft dit jaar heel wat walnoten gedragen. Het meeste daarvan is door ons geraapt, maar er blijft natuurlijk altijd wat onder de struiken en tussen de planten liggen. Hierdoor zijn ook soorten als grote bonte specht, kraaien, eksters en gaaien vaste bezoekers van de tuin. De laatste soorten niet altijd door iedereen geliefd, maar mooi zijn ze.

Ons gazon wordt vrijgehouden van het blad dat nu redelijk begint te vallen. Nee het wordt niet verwijderd maar we harken het in de borders. Soorten als heggenmus, vinken, roodborst, winterkoninkje  en merel  scharrelen met groot enthousiasme tussen dit blad op zoek naar wormen, insecten en natuurlijk naar zaadjes.   Maar ook de besdragende heesters als hulst, lijsterbes, vlier en vuurdoorn worden druk bezocht.

Vooral door de merels. Blij dat er hier nog wat rond vliegen na een periode dat de merel-ziekte rond dwaalde (Usutu-virus). Niet iedere merel die een beetje kalend is heeft het virus. De ziekte heerste ook op een moment dat veel merels gewoon in de rui waren. Zo had ik afgelopen zomer een vreselijk  uitziende merel, maar super actief en druk verzorgend voor zijn jongen. Afgelopen jaar hebben we hier zowel kool- als pimpelmezen geringd, echter tussen de vele mezen die in de tuin zitten heb ik nog geen geringd exemplaar waargenomen. Toch wel iets waar je op gaat letten. Het maakt je op een bepaalde manier nieuwsgierig. Maar het kan natuurlijk nohet is per slot van rekening nog vroeg in het seizoen.

 

 

Als de mezen de doppinda’s voor grootste gedeelte op hebben, gooi ik het restant achter op het erf in de takkenril. Ik gooi dit bewust in de takkenril om op deze manier ook de muizen bij te voeren. Dat klinkt voor sommige mensen misschien onlogisch, want wie zou er nu muizen bij huis willen? Nou….ik! En wel om de reden dat ik ook graag uilen bij huis wil hebben, evenals de torenvalk. Maar dan moeten de omstandigheden natuurlijk wel voor elkaar zijn. En dan is voedsel nu eenmaal een groot goed.

 

Over uilen gesproken, ik zie deze week bijna iedere ochtend uilen-poep (flatsen) op de straat. Dus ze zijn op het erf actief en dat ik ze ‘s nachts hoor is geen verbeelding. Vroeger maakte ik de tuin altijd “winterklaar”. Blad werd verwijderd, vaste planten werden afgeknipt, heesters werden terug gesnoeid. Keurig ‘netjes’ de winterdag in. Nou daar kan dus geen enkel levend organisme zijn ‘boterham’ halen. Ik ben dan ook jaren geleden gestopt met deze waanzin en doe alleen wat echt nodig is. Nodig omdat het te groot wordt, dood is of er gevaar op uitscheuren ontstaat. Zo hebben de vogels nog allerlei beschutting en zijn er nog tal van  andere levende wezens te vinden. Daarbij komt dat ik het véél mooier vindt, vooral na een nachtvorst wanneer  alles onder de rijp zit.

 

Nog maar tweeënhalve maand aan het bijvoeren en al zoveel gezien in de tuin. En dan moet de winter nog komen. Ben natuurlijk razend benieuwd wat er nog gaat komen winter. Maar we zullen er weer klaar voor zijn op 25,26 en 27 januari. Dan vindt namelijk de Nationale Tuinvogeltelling 2019 plaats. Spannend!!!