Tekst en foto,s: Han Brinkcate.

Dit jaar broedden de kerkuilen niet alleen vroeg in de gemeente Hof van Twente, maar ook volop en in sommige gevallen zelfs voor de tweede keer. Nadat in Wiene geheel onverwachts de eerste lichting jonge kerkuilen al ergens begin juni aan de aandacht waren ontsnapt en waren uitgevlogen, werd eind juli onder grote belangstelling van de kasthoudster en een aantal door haar genodigden de tweede lichting jonge kerkuilen geringd. In deze succesvolle nestkast broedt een kerkuilenpaar al meerdere jaren en bracht al vele jonge kerkuilen voort. 

De succesvolle uilenkast is bij deze kasthoudster hoog in de nok van haar open kapschuur geplaatst met een vlieggat in de buitenmuur. Een van de vrijwilligers van stichting ‘’Hofvogels’’, voorzien van handschoenen en een emmer opende tijdens de ringsessie de nestkast en meldde met luidde stem dat er vier ringbare jongen in de nestkast zaten. Dit tot groot enthousiasme van de genodigden, die op de jonge kerkuilen en het ringen waren afgekomen. De vier uilskuikens werden door ringer Leonard Rouhof van de Stichting Hofvogels geringd. Ondertussen dienden de uilskuikens tevens als fotomodel en werden ontelbare malen op de foto gezet. Uiteraard zorgvuldig begeleid door de vrijwilligers van de Stichting Hofvogels.

 

 

 

 

 

Opvallend was het grote verschil in groeiontwikkeling tussen de vier uilskuikens. Volgens Tonnie Blanken van de Stichting Hofvogels komt dit omdat het vrouwtje om de dag een ei legt en de jonge uiltjes dan ook om de dag worden geboren. Bij grote nesten van 6 tot 7 jongen zit veelal als meer dan een week verschil tussen het oudste en jongste uiltje. Daarbij kan het v oedselaanbod ook nog meespelen. Bij onvoldoende aanbod, komen de eerste en sterkste jongen het eerste aan bod en vallen de laatst geborenen buiten de boot.

 

 

 

 

 

 

De uilskuikens kregen niet alleen een zogenaamde open voetring om hun poot, maar ringer Leonard Rouhof noteerde ook alle gegevens van de ring en van de uiltjes, als gewicht en leeftijd. Deze gegevens worden voor landelijk onderzoek opgestuurd naar het vogeltrekstation in Arnhem. Op basis van deze gegevens wordt informatie verkregen over de kerkuilenpopulatie in Nederland. Bij dode gevonden uilen worden de ringgegevens tevens bij de vogeltrekstation verwerkt en ontstaat er informatie over bedreigingen. Veel uilen komen om in het verkeer of als gevolg van onvoldoende voedselaanbod en ziekte. Op basis van dit soort informatie kunnen maatregelen worden ontwikkeld om sterfte te voorkomen en de uilenpopulatie op peil te houden.  Het is dan van belang dode uilen, al dan niet voorzien van een ring te melden. Dit kan via info@hofvogels.nl, zodat gegevens niet verloren gaan.